Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 236/2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps
Artikel 42 Uitoefening van de delegatie
Geldend
Geldend vanaf 25-03-2012
- Bronpublicatie:
14-03-2012, PbEU 2012, L 86 (uitgifte: 24-03-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-03-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-03-2012, PbEU 2012, L 86 (uitgifte: 24-03-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel gestelde voorwaarden.
2.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, als bedoeld in artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 7, artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 4, artikel 6, lid 4, artikel 7, lid 3, artikel 17, lid 2, artikel 23, lid 5 en artikel 30, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd.
3.
Het Europees Parlement of de Raad kan de bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 7, artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 4, artikel 6, lid 4, artikel 7, lid 3, artikel 17, lid 2, artikel 23, lid 5 en artikel 30 te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdige kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.
Een gedelegeerde handeling die overeenkomstig artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 7, artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 4, artikel 6, lid 4, artikel 7, lid 3, artikel 17, lid 2, artikel 23, lid 5 en artikel 30 is vastgesteld, treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.