Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2473 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 41 Steun voor maatregelen op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn
Geldend
Geldend van 01-01-2023 tot 01-01-2030
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2473)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2473)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatssteun (V)
1.
Steun voor maatregelen op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn die voldoet aan de voorwaarden van hoofdstuk I van deze verordening, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), VWEU en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, VWEU mits de steun:
- a)
bedoeld is om de diergezondheid en het dierenwelzijn in aquacultuurondernemingen te bevorderen, onder meer op het gebied van preventie en biobeveiliging, en
- b)
alleen betrekking kan hebben op een van de volgende maatregelen:
- i)
de ontwikkeling van algemene en soortenspecifieke best practices of gedragscodes inzake de behoeften van de aquacultuursector op het gebied van biobeveiliging, diergezondheid of dierenwelzijn;
- ii)
initiatieven om de aquacultuur minder afhankelijk te maken van diergeneesmiddelen;
- iii)
veterinaire of farmaceutische studies, alsmede verspreiding en uitwisseling van informatie en best practices inzake dierziekten in de aquacultuur, met als doel een adequaat gebruik van diergeneesmiddelen te propageren;
- iv)
de oprichting en werking van door de lidstaten erkende groeperingen voor gezondheidsbescherming in de aquacultuursector, of
- v)
compensatie voor weekdierkwekers voor de tijdelijke stillegging van hun activiteiten als gevolg van uitzonderlijke massasterfte, indien de jaarlijkse weekdiersterfte hoger is dan 20 % of indien het verlies als gevolg van de stillegging van de activiteit meer bedraagt dan 30 % van de jaarlijkse omzet van het betrokken bedrijf, berekend op basis van de gemiddelde omzet van dat bedrijf in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten zijn stilgelegd.
Voor de toepassing van punt b) mogen de lidstaten speciale berekeningsregels opstellen voor ondernemingen die minder dan drie jaar actief zijn.
In punt b), iii), bedoelde steun mag niet worden verleend voor de aankoop van diergeneesmiddelen.
De lidstaten geven voldoende publiciteit aan de resultaten van de op grond van punt b), iii), gefinancierde studies.
2.
De steun wordt verleend in de vorm van een gesubsidieerde dienst of een rechtstreekse subsidie.
3.
Voor de toepassing van lid 1, punt b), i) tot en met iv), zijn de in aanmerking komende kosten de rechtstreekse extra kosten die uit de betrokken maatregelen voortvloeien. Voor de toepassing van lid 1, punt b), v), zijn de in aanmerking komende kosten de rechtstreekse extra kosten en/of de gederfde inkomsten die uit de betrokken maatregelen voortvloeien.
4.
Het bedrag van de in het kader van dit artikel toegekende steun, uitgedrukt in brutosubsidie-equivalent, mag niet hoger zijn dan een maximale steunintensiteit van 100 % van de in aanmerking komende kosten.