Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 19 [Centraal Insolventieregister]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
13-12-2017, Stb. 2018, 299 jo Stb. 2017, 497 (uitgifte: 23-12-2017, kamerstukken: 34729)
27-06-2018, Stb. 2018, 299 jo Stb. 2017, 497 (uitgifte: 07-09-2018, kamerstukken: 34740)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-09-2018, Stb. 2018, 348 (uitgifte: 15-10-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
1.
Er wordt een centraal openbaar register bijgehouden, ten behoeve waarvan de griffier van de rechtbank, voor ieder faillissement afzonderlijk, met vermelding van de dagtekening, de volgende gegevens inschrijft:
- 1°
een uittreksel van de rechterlijke beslissingen, waarbij de faillietverklaring uitgesproken of de uitgesprokene weder opgeheven is;
- 2°
de summiere inhoud en de homologatie van het akkoord;
- 3°
de ontbinding van het akkoord;
- 4°
het bedrag van de uitdelingen bij vereffening;
- 5°
de opheffing van het faillissement ingevolge artikel 15b of artikel 16;
- 6°
de rehabilitatie;
- 7°
de vereisten vermeld in artikel 24, tweede lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening;
- 8°
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen stukken.
2.
Omtrent vorm en inhoud van het centrale register worden door Ons bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gegeven.
3.
De griffier is verplicht aan ieder kosteloze inzage van het register en tegen betaling een uittreksel daaruit te verstrekken.
4.
De griffier geeft de in het eerste lid genoemde gegevens door aan Onze Minister van Justitie of een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander orgaan ten behoeve van het centrale register.