Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 5a [Verzoek opening groepscoördinatieprocedure]
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2017
- Bronpublicatie:
13-12-2017, Stb. 2017, 497 (uitgifte: 22-12-2017, kamerstukken: 34729)
- Inwerkingtreding
23-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2017, Stb. 2017, 497 (uitgifte: 22-12-2017, kamerstukken: 34729)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
1.
Een verzoek tot opening van een groepscoördinatieprocedure als bedoeld in artikel 61 van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening kan worden gedaan door een insolventiefunctionaris bij de rechtbank, aangewezen in artikel 2.
2.
Tegen een beslissing van de rechtbank als bedoeld in artikel 77, vierde lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening, kan een bij de groepscoördinatieprocedure betrokken insolventiefunctionaris gedurende acht dagen, na de dag waarop die beslissing is genomen, in hoger beroep komen.
3.
Het hoger beroep wordt ingesteld bij verzoek, in te dienen ter griffie van het rechtscollege dat bevoegd is van de zaak kennis te nemen.
4.
De rechter beveelt in geval van een mondelinge behandeling de oproeping van de verzoeker in hoger beroep, de bij de groepscoördinatieprocedure betrokken coördinator en de in eerste aanleg in de procedure verschenen belanghebbenden.
5.
De griffier zendt onverwijld een afschrift van de beslissing op het verzoek, bedoeld in het derde lid, aan de rechtbank.