Einde inhoudsopgave
Schepelingenbesluit
Artikel 56 Dagverblijven
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Bronpublicatie:
05-07-2012, Stb. 2012, 357 (uitgifte: 27-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2013, Stb. 2013, 287 (uitgifte: 12-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Aan boord van schepen van 200 ton en meer moeten voldoende dagverblijven zijn, gescheiden van de nachtverblijven en zo dicht mogelijk bij de kombuis.
2.
Er dient een afzonderlijk dagverblijf te zijn:
- a.
aan boord van schepen van 400 ton en meer, doch minder dan 1000 ton:
- 1°
voor de kapitein en de officieren;
- 2°
voor de scheepsgezellen.
- b.
aan boord van schepen van 1000 ton meer:
- 1°
voor de kapitein en de officieren;
- 2°
voor de scheepsgezellen van het dekpersoneel;
- 3°
voor de scheepsgezellen van het machinekamerpersoneel.
Het bepaalde onder 2° en 3° mag worden vervangen door ‘onderofficieren’ onderscheidenlijk ‘overige scheepsgezellen’.
3.
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, onder b, kan Onze Minister van Infrastructuur en Milieu toestaan dat voor de scheepsgezellen één gezamenlijk dagverblijf wordt ingericht indien organisaties van zeewerkgevers en zeevarenden, die als representatief kunnen worden aangemerkt, daar de voorkeur aan geven.
4.
Voor het personeel van de civiele dienst moet hetzij een afzonderlijk dagverblijf zijn ingericht, hetzij behoorlijke gelegenheid tot gebruik van maaltijden in een van de dagverblijven worden gegeven.
5.
De grootte en inrichting, het aantal tafels en zitbanken of stoelen, vastgezet of verplaatsbaar, van elk dagverblijf moeten voldoende zijn voor het grootste aantal personen dat gelijktijdig van het verblijf gebruik zou kunnen maken.
6.
Het vloeroppervlak van de dagverblijven voor officieren en scheepsgezellen mag niet minder bedragen dan 1 vierkante meter per zitplaats.
7.
Indien bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken, kan Onze Minister van Infrastructuur en Milieu voor passagiersschepen afwijking van het bepaalde in het tweede, vierde, vijfde en zesde lid toestaan.
8.
Voor de bemanningsleden dienen te allen tijde beschikbaar te zijn:
- a.
een koelkast, die zich op een gemakkelijk toegankelijke plaats moet bevinden, en groot genoeg is, gezien het aantal personen dat van het dagverblijf of de dagverblijven gebruik maakt;
- b.
voorzieningen voor het verstrekken van warme dranken; en
- c.
voorzieningen voor het verstrekken van gekoeld water.
9.
Indien pantry's in niet-rechtstreekse verbinding met de dagverblijven staan, moet zijn voorzien in voldoende kastruimte voor het opbergen van eetgerei alsmede in een geschikte gelegenheid voor het schoonmaken daarvan.
10.
De bovenkanten van tafels, banken en stoelen moeten zijn vervaardigd van vochtwerend materiaal, zonder barsten en gemakkelijk schoon te houden.