Einde inhoudsopgave
Schepelingenbesluit
Artikel 61 Ziekenverblijf en ziekenkooi
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Redactionele toelichting
In het Staatsblad is lid 6 i.p.v. lid 5 gewijzigd.
- Bronpublicatie:
05-07-2012, Stb. 2012, 357 (uitgifte: 27-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2013, Stb. 2013, 287 (uitgifte: 12-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Aan boord van elk schip met een bemanning van 15 zeevarenden of meer, dat een reis maakt gedurende welke het langer dan 3 achtereenvolgende etmalen op zee blijft, moet een afzonderlijk ziekenverblijf aanwezig zijn.
2.
Het ziekenverblijf moet doelmatig zijn gelegen, en gemakkelijk bereikbaar zijn.
3.
Het ziekenverblijf moet zo groot zijn, dat de verpleging naar behoren kan geschieden en de patiënten gerieflijk zijn gehuisvest. De patiënten moeten op gemakkelijke wijze in en uit het verblijf kunnen worden gebracht. De verlichting, ventilatie en verwarming moeten voldoen aan de eisen voor de verblijven als bedoeld in de artikelen 48 tot en met 53.
4.
In het ziekenverblijf moet voldoende wasgelegenheid met toebehoren en afvoer van vuil water zijn aangebracht. De wasgelegenheid dient te zijn voorzien van warm en koud stromend zoet water.
5.
Indien het aantal leden van de bemanning, dat verblijf houdt in hutten voor meer dan één persoon, minder dan 30 bedraagt, moet het ziekenverblijf zijn voorzien van één slaapplaats. Bedraagt dat aantal 30 of meer, dan dient het ziekenverblijf te zijn voorzien van twee slaapplaatsen, of zoveel meer als in verband met de omstandigheden van de reis door Onze Minister van Infrastructuur en Milieu wordt vastgesteld. Indien voor passagiers geen ziekenverblijf aanwezig is, mogen de passagiers in het ziekenverblijf worden opgenomen en gelden de voorschriften van dit lid voor de zeevarenden en de passagiers gezamenlijk.
6.
De slaapplaatsen mogen niet boven elkaar zijn geplaatst. Hun inrichting moet ten minste voldoen aan de eisen, als bedoeld in het elfde lid en als bedoeld in artikel 55, tiende tot en met vijftiende lid.
7.
In of in de onmiddellijke nabijheid van het ziekenverblijf moeten, uitsluitend voor gebruik door patiënten een watercloset en een daaraan toegevoegde badkamer beschikbaar zijn. Deze ruimten moeten van het ziekenverblijf zijn afgescheiden.
8.
Indien een arts tot de bemanning behoort, moet een ruimte bij het ziekenverblijf worden ingericht als apotheek en verbandkamer, die van het ziekenverblijf moet zijn afgescheiden.
9.
Het ziekenverblijf mag niet voor andere doeleinden dan het verplegen of behandelen van zieken en gewonden worden gebruikt.
10.
Aan boord van alle schepen welke krachtens het bepaalde in het eerste lid niet van een ziekenverblijf behoeven te zijn voorzien, moet voor een zieke of gewonde een éénpersoonsnachtverblijf beschikbaar kunnen worden gesteld, waarin de slaapplaats als ziekenkooi is ingericht. Is het aantal zeevarenden minder dan 6, dan kan worden volstaan met een als ziekenkooi ingerichte slaapplaats in een nachtverblijf.
11.
De ziekenkooi moet zodanig zijn ingericht, dat de zieke er gemakkelijk met de matras kan worden ingebracht en uitgenomen waartoe zo nodig de schotten wegneembaar moeten zijn.
12.
Indien iemand aan een ernstige of aan een besmettelijke ziekte lijdt, moet getracht worden de zieke, afgezonderd van alle anderen, te verplegen.