Einde inhoudsopgave
Schepelingenbesluit
Artikel 51 Luchtbehandelingsinstallatie
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Bronpublicatie:
05-07-2012, Stb. 2012, 357 (uitgifte: 27-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2013, Stb. 2013, 287 (uitgifte: 12-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Alle verblijven van de bemanning op schepen van 200 ton en meer dienen te zijn aangesloten op een luchtbehandelingsinstallatie. Dit voorschrift is niet van toepassing op schepen die uitsluitend worden gebezigd op reizen in gebieden waar naar het oordeel van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu een dergelijke installatie wegens de klimaatomstandigheden niet noodzakelijk is.
2.
Een radiohut en een centrale controlekamer in de machinekamer moeten eveneens op de in het eerste lid genoemde installatie, dan wel op een afzonderlijke luchtbehandelingsinstallatie, zijn aangesloten.
3.
De luchtbehandelingsinstallatie dient zodanig te zijn ontworpen dat ten opzichte van de buitenlucht te allen tijde een behaaglijke temperatuur en relatieve vochtigheid wordt gehandhaafd en een voldoende aantal luchtwisselingen wordt bereikt. De installatie dient te zijn aangepast aan de omstandigheden welke op zee kunnen voorkomen en mag geen hinderlijk lawaai of trillingen veroorzaken. Voor het overige dient de luchtbehandelingsinstallatie te voldoen aan de door Onze Minister van Infrastructuur en Milieu te stellen eisen.