Protocol van 2014 bij het Verdrag betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, 1930
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 09-11-2016
- Bronpublicatie:
11-06-2014, Trb. 2015, 194 (uitgifte: 01-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
09-11-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2015, Trb. 2015, 194 (uitgifte: 01-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationale sociale zekerheid / Mensenrechten
1.
Elk Lid ziet erop toe dat alle slachtoffers van gedwongen of verplichte arbeid, ongeacht hun aanwezigheid of wettelijke status op het nationale grondgebied, toegang krijgen tot passende en effectieve rechtsmiddelen, zoals schadeloosstelling.
2.
Elk Lid treft in overeenstemming met de grondbeginselen van zijn rechtsorde, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten gerechtigd zijn om slachtoffers van gedwongen of verplichte arbeid niet te vervolgen of te bestraffen wegens gedwongen betrokkenheid bij wederrechtelijke activiteiten die een rechtstreeks gevolg is van de gedwongen of verplichte arbeid.