Einde inhoudsopgave
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds
Artikel 15 De Raad van Ministers
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Redactionele toelichting
Voorlopige toepassing vanaf 31-10-2010.
- Bronpublicatie:
22-06-2010, Trb. 2011, 78 (uitgifte: 03-05-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-07-2017, Trb. 2017, 116 (uitgifte: 21-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
De Raad van Ministers bestaat uit de leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds en een lid van de regering van elke ACS-staat anderzijds.
Het voorzitterschap van de Raad van Ministers wordt bij toerbeurt bekleed door een lid van de Raad van de Europese Unie en een lid van de regering van een ACS-staat.
De raad van ministers komt, op initiatief van de voorzitter, in de regel eenmaal per jaar bijeen, alsmede in alle gevallen wanneer zulks noodzakelijk wordt geacht, in een vorm en een geografische samenstelling die passend zijn voor de te bespreken vraagstukken. Dergelijke bijeenkomsten bieden de gelegenheid tot overleg op hoog niveau over aangelegenheden die voor de partijen van specifiek belang zijn, ter aanvulling van de werkzaamheden van het bij artikel 38 ingestelde Gemengd Ministerieel Handelscomité en het bij artikel 83 ingestelde ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering, die als input dienen voor de reguliere jaarlijkse bijeenkomsten van de raad van ministers.
2.
De Raad van Ministers heeft de volgende taken:
- a.
hij voert de politieke dialoog;
- b.
hij stelt beleidsrichtsnoeren vast en neemt de noodzakelijke besluiten voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de Overeenkomst, met name wat betreft ontwikkelingsstrategieën voor de specifieke gebieden die onder deze Overeenkomst vallen en alle andere relevante gebieden, alsmede wat betreft de procedures;
- c.
hij onderzoekt en vindt een oplossing voor problemen die de effectieve en efficiënte tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst kunnen belemmeren of de verwezenlijking van de doelstellingen ervan kunnen verhinderen;
- d.
hij ziet toe op de soepele werking van de overlegmechanismen.
3.
De Raad van Ministers neemt zijn besluiten bij overeenstemming tussen de partijen. De Raad van Ministers kan slechts geldig besluiten indien ten minste de helft van de leden van de Raad van de Europese Unie, één lid van de Commissie en twee derde van de leden die de regeringen van de ACS-staten vertegenwoordigen, aanwezig zijn. Ieder lid van de Raad van Ministers kan zich bij verhindering laten vertegenwoordigen. Het plaatsvervangend lid oefent alle rechten van het verhinderde lid uit.
De raad van ministers kan besluiten nemen die voor de partijen bindend zijn en op de reguliere jaarlijkse bijeenkomsten of door middel van een schriftelijke procedure resoluties, aanbevelingen en adviezen formuleren. Hij brengt over de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst jaarlijks verslag uit aan de Paritaire Parlementaire Vergadering. Hij bestudeert resoluties en aanbevelingen van de Paritaire Parlementaire Vergadering en neemt die in overweging.
De Raad van Ministers voert een permanente dialoog met de vertegenwoordigers van de sociale en economische partners en andere actoren van de civiele samenleving in de ACS en in de EU. Daartoe kan buiten de vergaderingen overleg worden gevoerd.
4.
De Raad van Ministers kan bevoegdheden delegeren aan het Comité van Ambassadeurs.
5.
De Raad van Ministers stelt binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst zijn reglement van orde vast.