Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 8 bis Het misdrijf agressie
Geldend
Geldend vanaf 08-05-2013
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens de Wijziging Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (het misdrijf agressie) (11-06-2010, Trb. 2011, 73). Volgens art. 121, lid 4, wordt deze wijziging voor alle Staten die Partij zijn, van kracht een jaar nadat zevenachtste van hen hun akten van bekrachtiging of aanvaarding bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties heeft neergelegd. Inwerkingtreding voor het Koninkrijk der Nederlanden (het Europese en het Caribische deel van Nederland): 23-09-2017.
- Bronpublicatie:
11-06-2010, Trb. 2011, 73 (uitgifte: 22-04-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2013, Trb. 2013, 213 (uitgifte: 31-10-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Voor de toepassing van dit Statuut wordt verstaan onder het ‘misdrijf agressie’: het plannen, voorbereiden, in gang zetten of uitvoeren, door een persoon die in de positie verkeert daadwerkelijk controle uit te oefenen over of leiding te geven aan het politieke of militaire optreden van een Staat, van een daad van agressie die door zijn aard, ernst en schaal een onmiskenbare schending vormt van het Handvest van de Verenigde Naties.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt verstaan onder ‘daad van agressie’: het gebruik van wapengeweld door een Staat tegen de soevereiniteit, territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van een andere Staat, of op enige andere wijze die onverenigbaar is met het Handvest van de Verenigde Naties. Elk van de volgende handelingen wordt, ongeacht of er een oorlogsverklaring is, in overeenstemming met resolutie 3314 (XXIX) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 14 december 1974, als een daad van agressie aangemerkt:
- a.
de invasie of aanval door de strijdkrachten van een Staat van respectievelijk op het grondgebied van een andere Staat, of een militaire bezetting, ook als deze van tijdelijke aard is, die het gevolg is van een dergelijke invasie of aanval, of de annexatie door middel van geweld van het grondgebied van een andere Staat of deel daarvan;
- b.
het bombarderen door de strijdkrachten van een Staat van het grondgebied van een andere Staat of het gebruik van enig wapen door een Staat tegen het grondgebied van een andere Staat;
- c.
de blokkade van de havens of kusten van een Staat door de strijdkrachten van een andere Staat;
- d.
een aanval door de strijdkrachten van een Staat op de land-, zee- of luchtstrijdkrachten of de zee- en luchtvloot van een andere Staat;
- e.
de inzet van strijdkrachten van een Staat die met instemming van een andere Staat aanwezig zijn op het grondgebied van die Staat, in strijd met de voorwaarden vervat in de daarop betrekking hebbende overeenkomst of een verlenging van hun aanwezigheid op dit grondgebied na het verstrijken van de overeenkomst;
- f.
het feit dat een Staat toestaat dat zijn grondgebied, dat hij aan een andere Staat ter beschikking heeft gesteld, door die andere Staat wordt gebruikt om een daad van agressie te plegen tegen een derde Staat;
- g.
het sturen door of namens een Staat van gewapende bendes, groepen, ongeordende troepen of huurlingen, die met wapengeweld gepaard gaande handelingen plegen tegen een andere Staat die zo ernstig zijn dat zij gelijkstaan met de hierboven genoemde handelingen, of die daar in aanzienlijke mate bij betrokken zijn.