Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 5 Misdrijven waarover het Hof rechtsmacht heeft
Geldend
Geldend vanaf 08-05-2013
- Redactionele toelichting
In het Tractatenblad is de lidaanduiding niet vervallen. Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens de Wijziging Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (het misdrijf agressie) (11-06-2010, Trb. 2011, 73). Volgens art. 121, lid 5, wordt deze wijziging voor die Staten die Partij zijn en de wijziging hebben aanvaard van kracht een jaar na de nederlegging van hun akten van bekrachtiging of aanvaarding. Ten aanzien van een Staat die Partij is en de wijziging niet heeft aanvaard, oefent het Hof zijn rechtsmacht niet uit met betrekking tot een misdrijf waarop de wijziging betrekking heeft indien dit is gepleegd door onderdanen van die Staat die Partij is of op het grondgebied daarvan. Inwerkingtreding voor het Koninkrijk der Nederlanden (het Europese en het Caribische deel van Nederland): 23-09-2017.
- Bronpublicatie:
11-06-2010, Trb. 2011, 73 (uitgifte: 22-04-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2013, Trb. 2013, 213 (uitgifte: 31-10-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
De rechtsmacht van het Hof is beperkt tot de meest ernstige misdrijven die de internationale gemeenschap in haar geheel aangaan. Het Hof heeft overeenkomstig het Statuut rechtsmacht ter zake van de volgende misdrijven:
- a.
het misdrijf genocide;
- b.
misdrijven tegen de menselijkheid;
- c.
oorlogsmisdrijven;
- d.
het misdrijf agressie.