Einde inhoudsopgave
Regeling houders van dieren
Artikel 7b.46 Wijze van monstername
Geldend
Geldend vanaf 21-04-2021
- Bronpublicatie:
12-04-2021, Stcrt. 2021, 17794 (uitgifte: 16-04-2021, regelingnummer: WJZ/ 21072840)
- Inwerkingtreding
21-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-04-2021, Stcrt. 2021, 17794 (uitgifte: 16-04-2021, regelingnummer: WJZ/ 21072840)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
1.
Bij de aanvoer van eendagskuikens als bedoeld in de artikelen 7b.43, eerste lid, onderdeel a, 7b.44, eerste lid, onderdeel a, en 7b.45, eerste lid, worden per vrachtwagen of aanhanger 40 mestmonsters genomen, waarbij de monsters verspreid over die vrachtwagen of aanhanger worden genomen uit de onderste kratten, containers of dozen.
2.
De houder van eendagskuikens, bedoeld in het eerste lid, voegt de monsters, bedoeld in het eerste lid, samen tot een verzamelmonster.
3.
De houder van kippen als bedoeld in de artikel 7b.43, eerste lid, onderdelen b en c, neemt per koppel verspreid over de stal:
- a.
150 monsters van blindedarmmest, dan wel, voor zover dat niet of onvoldoende aanwezig is, mest van de cloaca, en voegt steeds 25 van die monsters samen tot een verzamelmonster; of
- b.
5 monsters overeenkomstig punt 2.2.2.1, onderdeel b, eerste drie alinea’s en onder i, van de bijlage bij verordening (EU) nr. 200/2010.
4.
De houder van kippen als bedoeld in artikel 7b.44, eerste lid, onderdeel b, neemt per koppel verspreid over de stal 2 monsters overeenkomstig punt 2.2.1 van de bijlage bij verordening (EU) nr. 517/2011 en laat die monsters door een laboratorium als bedoeld in artikel 7b.45, eerste lid, samenvoegen tot een verzamelmonster.