Einde inhoudsopgave
Regeling houders van dieren
Bijlage 3 Protocol voor de visuele monitoring van voetzoollaesies aan vleeskuikens in het slachthuis als bedoeld in artikel 6.5, derde lid, onderdeel a, van de Regeling houders van dieren
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
11-10-2015, Stcrt. 2015, 55215 (uitgifte: 20-10-2015, regelingnummer: WJZ/16148718)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-10-2015, Stcrt. 2015, 55215 (uitgifte: 20-10-2015, regelingnummer: WJZ/16148718)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
- 1.
Deze monitoring wordt uitgevoerd in het slachthuis waar het koppel vleeskuikens of het grootste deel ervan wordt geslacht.
- 2.
De monitoring wordt uitgevoerd door hiervoor opgeleide slachthuismedewerkers, onder toezicht van de minister.
- 3.
100 vleeskuikens per koppel (per stal) worden beoordeeld, waarvan 50 kuikens rond de verwerking van 30% van het koppel, en 50 kuikens rond de verwerking van 60% van het koppel.
- 4.
Alleen de rechter poot van elk vleeskuiken van de steekproeven wordt beoordeeld. Hiervoor worden de te monitoren poten van de slachtlijn gehaald en verzameld.
- 5.
De medewerker baseert zijn beslissingen over de indeling van de poten in 3 categorieën (geen, matige of ernstige voetzoollaesie) op de inhoud van de daarvoor aan hem verstrekte scorekaart en stelt de totaalscore voor het koppel vast met gebruikmaking van de formule:
aantal punten=(aantal dieren klasse 0)×0 + (aantal dieren klasse 1)×0,5 + (aantal dieren klasse 2)×2
- 6.
Deze gegevens worden door het slachthuis geregistreerd en doorgegeven aan de houder.