Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 8.33 (voorschriften over monitoring)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 292 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Aan een omgevingsvergunning worden voorschriften verbonden, die inhouden dat:
- a.
door passende eisen voor monitoring of op een andere wijze wordt vastgesteld of aan de voorschriften, bedoeld in de artikelen 8.26 tot en met 8.31, wordt voldaan, met vermelding van de meetmethode, de frequentie en de procedure voor de beoordeling van de bij die bepaling verkregen gegevens; en
- b.
de bij de bepaling, bedoeld onder a, verkregen gegevens aan het bevoegd gezag regelmatig en ten minste jaarlijks ter beschikking worden gesteld.
2.
De bepaling, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt gebaseerd op de relevante BBT-conclusies en informatiedocumenten, bedoeld in bijlage XVIII, onder A.
3.
Als aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin emissiegrenswaarden als bedoeld in artikel 8.27, tweede lid, zijn opgenomen, worden aan de omgevingsvergunning voorschriften verbonden die inhouden dat:
- a.
de resultaten van de monitoring:
- 1°
beschikbaar zijn voor dezelfde periode en referentieomstandigheden als voor de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus;
- 2°
regelmatig of ten minste jaarlijks worden gemeld in een overzicht dat een vergelijking mogelijk maakt met de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus; en
- 3°
worden weergegeven in een overzicht dat een vergelijking mogelijk maakt met de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus; en
- b.
ten minste jaarlijks de resultaten van de monitoring van de emissies worden beoordeeld, om na te gaan of de emissies in normale bedrijfsomstandigheden niet hoger zouden zijn dan de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus, bedoeld in artikel 8.27, derde lid.
4.
Het eerste lid is niet van toepassing voor zover in de motivering van de omgevingsvergunning wordt verwezen naar regels, opgenomen in het omgevingsplan, de waterschapsverordening, de omgevingsverordening of het Besluit activiteiten leefomgeving.