Einde inhoudsopgave
Wet hersteloperatie toeslagen
Artikel 3.8 Kwijtschelding schulden gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag, partner en ex-partner van gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag door college van burgemeester en wethouders met betrekking tot Participatiewet en enige andere wetten
Geldend
Geldend van 15-07-2023 tot 01-01-2026
- Bronpublicatie:
12-07-2023, Stb. 2023, 264 (uitgifte: 14-07-2023, kamerstukken: 36352)
- Inwerkingtreding
15-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2023, Stb. 2023, 265 (uitgifte: 14-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
1.
Het college van burgemeester en wethouders scheldt ambtshalve schulden kwijt die verband houden met de uitvoering van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en artikel X van de Wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb. 2012, 430), voor zover die op 31 december 2020 niet voldaan waren of voor zover die betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020 en de schuld na die datum is vastgesteld, van een persoon als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de met de schuld verband houdende verhogingen.
3.
Indien de schuld, bedoeld in het eerste lid, na 31 december 2020 is verminderd als gevolg van een aflossing of verrekening restitueert het college van burgemeester en wethouders het bedrag waarmee de schuld is verminderd.
4.
In afwijking van het eerste lid en derde lid scheldt het college van burgemeester en wethouders niet kwijt en restitueert niet indien de schuld is ontstaan door:
- a.
een besluit van het college van burgemeester en wethouders jegens de persoon, bedoeld in het eerste lid, handelend in de hoedanigheid van werkgever;
- b.
een terugvordering of een bestuurlijke boete in verband met het opzettelijk of door grove schuld niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in:
- 1°
artikel 17, eerste lid, van de Participatiewet;
- 2°
artikel 13, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
- 3°
artikel 13, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
- 4°
- c.
naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders misbruik van sociale zekerheid of frauduleus of anderszins wederrechtelijk handelen of nalaten, van dien aard dat kwijtschelding of restitutie achterwege dient te blijven.
5.
In afwijking van het eerste en derde lid scheldt het college van burgemeester en wethouders een lening verstrekt als bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal als bedoeld in artikel 78f van de Participatiewet slechts kwijt of restitueert deze slechts voor zover het betreft:
- a.
achterstallige betalingen; of
- b.
de hoofdsom, welke op grond van artikel 58, tweede lid, onderdeel b, van de Participatiewet voor 1 januari 2021 is teruggevorderd.
6.
Artikel 3.6, zesde lid, artikel 8c van de Participatiewet, artikel 40 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, en artikel 40 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen zijn van overeenkomstige toepassing.