Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 260/2012 vaststelling technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro
Artikel 10 Bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2012
- Bronpublicatie:
14-03-2012, PbEU 2012, L 94 (uitgifte: 30-03-2012, regelingnummer: 260/2012)
- Inwerkingtreding
31-03-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-03-2012, PbEU 2012, L 94 (uitgifte: 30-03-2012, regelingnummer: 260/2012)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
De lidstaten wijzen als bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het doen naleven van deze verordening, publieke autoriteiten, organen die erkend zijn door het nationale recht of publieke autoriteiten die door het nationale recht uitdrukkelijk daartoe gemachtigd zijn, waaronder nationale centrale banken, aan. De lidstaten mogen bestaande organen als bevoegde autoriteiten aanwijzen.
2.
De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk 1 februari 2013 in kennis van de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde autoriteiten. Zij delen de Commissie en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (‘EBA’) alle latere wijzigingen met betrekking tot deze autoriteiten onverwijld mee.
3.
De lidstaten dragen er zorg voor dat de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten over alle bevoegdheden beschikken die voor het vervullen van hun taken nodig zijn. Indien er op het grondgebied van een lidstaat meer dan een autoriteit bevoegd is voor aangelegenheden die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, draagt deze lidstaat er zorg voor dat deze autoriteiten nauw met elkaar samenwerken zodat zij hun respectieve taken op doeltreffende wijze kunnen vervullen.
4.
De bevoegde autoriteiten houden doeltreffend toezicht op de naleving door betalingsdienstaanbieders van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om die naleving te waarborgen. Zij werken onderling samen in overeenstemming met artikel 24 van Richtlijn 2007/64/EG en artikel 31 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.