Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling accijns
Artikel 48 [Vermelding nummer op accijnszegel]
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
26-04-2021, Stcrt. 2021, 12238 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2020-0000019688)
- Inwerkingtreding
30-04-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2021, Stcrt. 2021, 12238 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2020-0000019688)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
De inspecteur kan op verzoek van degene die de accijnszegels heeft aangevraagd, toestaan dat op de accijnszegel, in plaats van de naam van de aanvrager, een fabrieks- of handelsmerk of een door de directeur-generaal Douane, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling belastingdienst 2003, vastgesteld nummer wordt vermeld.
2.
De accijnszegels worden afgeleverd zonder vermelding van de naam, bedoeld in artikel 44, tweede lid, of van het in het eerste lid bedoelde fabrieks- of handelsmerk of nummer. Eén van deze vermeldingen wordt door degene die de accijnszegels heeft aangevraagd op duidelijke en onuitwisbare wijze aangebracht op de plaats van de accijnszegel, bedoeld in artikel 44, tweede lid.
3.
Degene die de accijnszegels heeft aangevraagd kan een code aanbrengen, bestaande uit letters dan wel uit een nummer voorafgegaan door een letter. Deze code wordt boven de kleinhandelsprijs vermeld.
4.
Het is verboden om zonder toestemming van de inspecteur op de accijnszegels andere dan de in dit artikel voorgeschreven en toegestane vermeldingen aan te brengen.