Einde inhoudsopgave
Reclasseringsregeling 1995
Artikel 8 [Werkzaamheden]
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2019
- Bronpublicatie:
06-06-2019, Stb. 2019, 230 (uitgifte: 25-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2019, Stb. 2019, 230 (uitgifte: 25-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
1.
Onze Minister draagt er zorg voor dat in ieder arrondissement in ieder geval en zoveel mogelijk in onderlinge samenhang, in opdracht van de bevoegde autoriteiten de volgende reclasseringswerkzaamheden worden uitgevoerd:
- a.
het doen van onderzoek naar en het geven van voorlichting en advies over personen die worden verdacht van of zijn veroordeeld wegens een strafbaar feit, ten behoeve van te nemen beslissingen inzake de vervolging, de afdoening, de berechting of de tenuitvoerlegging van straffen of maatregelen;
- b.
het houden van toezicht op de naleving van aan verdachten of veroordeelden bij of krachtens de wet opgelegde voorwaarden of ontzetting van rechten en hen ten behoeve daarvan te begeleiden;
- c.
het voorbereiden en begeleiden van en het houden van toezicht op de uitvoering van de taakstraf en het voorbereiden en begeleiden van andere straffen of maatregelen, waarmee reclasseringsinstellingen bij of krachtens de wet zijn belast;
- d.
het opstellen van een indicatiestelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onder e, van de Wet forensische zorg en de plaatsing namens Onze Minister, bedoeld in artikel 6[lees: artikel 6.1], eerste lid, van de Wet forensische zorg.
2.
Een reclasseringsinstelling dient op verzoek of uit eigen beweging autoriteiten van advies omtrent onderwerpen die voor de reclassering van belang zijn.