Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:105 [Schakelbepaling vergunningen]
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2022, 22 (uitgifte: 20-01-2022, kamerstukken: 35907)
- Inwerkingtreding
08-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-05-2022, Stb. 2022, 221 (uitgifte: 13-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Het bij of krachtens deze afdeling met betrekking tot een vergunning bepaalde is van overeenkomstige toepassing op:
- a.
een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110;
- b.
een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 5:32d;
- c.
een ontheffing als bedoeld in de artikelen 2:3.0a, 2:3.0c, tiende lid, 2:3.0f, vijfde lid, 2:3.0g, vierde lid, 2:54i, 2:55, 2:60, 2:67b, 2:75, 2:80, 2:86, 2:92, 2:96, 3:5, 3:6, 3:7, 3:35, vijfde lid, 4:3, 5:26 en 5:81, voor zover het een ontheffing betreft van artikel 5:74, eerste lid, of artikel 5:79, met dien verstande dat de ontheffing ook geheel of gedeeltelijk kan worden verleend;
- d.
een instemming als bedoeld in artikel 3:116 met dien verstande dat indien een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat advies of instemming over de voorgenomen overdracht geeft, de beslistermijn wordt opgeschort met maximaal de termijn die die toezichthoudende instantie ter beschikking staat ingevolge artikel 3:118, vijfde lid.
2.
Op een andere ontheffing dan bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is artikel 1:102, eerste lid, van overeenkomstige toepassing. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de voorschriften die aan deze ontheffing kunnen worden verbonden. Deze ontheffing kan worden ingetrokken.
3.
artikel 1:102, eerste tot en met derde lid, zevende lid, en artikel 1:104, eerste lid, onderdelen a tot en met d, zijn van overeenkomstige toepassing op het verlenen van toestemming als bedoeld in artikel 3:33a, tweede lid.