Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.2.22 Hoogte subsidie
Geldend
Geldend van 22-11-2021 tot 20-05-2025
- Bronpublicatie:
26-10-2021, Stcrt. 2021, 43895 (uitgifte: 27-10-2021, regelingnummer: WJZ/ 21225831)
- Inwerkingtreding
22-11-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2021, Stcrt. 2021, 43895 (uitgifte: 27-10-2021, regelingnummer: WJZ/ 21225831)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Voor de resterende productieve levensduurfase bedraagt de subsidie het percentage van de subsidiabele kosten dat op grond van artikel 2.2.11, eerste tot en met derde lid, van toepassing is op de investeringen, bedoeld in artikel 2.2.10, onderdeel a, met dien verstande dat dit percentage niet meer bedraagt dan 40% van de subsidiabele kosten, verhoogd met 20 procentpunten, indien:
- a.
subsidie wordt verstrekt aan jonge landbouwers of landbouwers die zich hebben gevestigd in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de datum van de subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 14, dertiende lid, onderdeel a, van de groepsvrijstellingsverordening landbouw;
- b.
subsidie wordt verstrekt voor de extra kosten voor investeringen om het natuurlijke milieu, de hygiëneomstandigheden of de normen inzake dierenwelzijn te verbeteren om een hoger niveau dan de geldende normen van de Europese Unie te halen, en die niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit, bedoeld in artikel 14, dertiende lid, onderdeel e, van de groepsvrijstellingsverordening landbouw.
2.
Voor de resterende productieve levensduurfase bedraag de subsidie ten hoogste € 500.000 per veehouderijonderneming in een innovatieproject.