Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014–2020
3.4.1.1 Regelingen voor investeringssteun
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
51
Regionale investeringssteun is niet het enige beleidsinstrument waarover de lidstaten beschikken om investeringen en de creatie van banen in achterstandsgebieden te ondersteunen. De lidstaten kunnen ook andere maatregelen gebruiken, zoals de uitbouw van infrastructuur, de verbetering van de kwaliteit van onderwijs en opleiding, of verbeteringen in het ondernemingsklimaat.
52
De lidstaten moeten aantonen waarom regionale steun een geschikt instrument is om de gemeenschappelijke doelstelling van rechtvaardigheid of cohesie aan te pakken wanneer zij een regeling invoeren buiten het kader van een uit de middelen van het cohesiebeleid gefinancierd operationeel programma.
53
Indien een lidstaat besluit een sectorale steunregeling uit te werken buiten het kader van een uit een van de in punt 32 vermelde Uniefondsen gefinancierd operationeel programma, moet hij aantonen wat de voordelen van dit soort instrument zijn ten opzichte van een multisectorale regeling of andere beleidsopties.
54
De Commissie zal met name rekening houden met effectbeoordelingen die de lidstaat voor de voorgenomen steunregeling eventueel beschikbaar stelt. Ook kunnen de uitkomsten van doorlichtingen achteraf als beschreven in deel 4 mee in rekening worden genomen om het passende karakter van de voorgenomen regeling te beoordelen.