Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 136 Bevoegde autoriteit
Geldend
Geldend vanaf 23-07-2011
- Bronpublicatie:
14-07-2011, Stcrt. 2011, 13453 (uitgifte: 22-07-2011, regelingnummer: 218837)
- Inwerkingtreding
23-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-2011, Stcrt. 2011, 13453 (uitgifte: 22-07-2011, regelingnummer: 218837)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Het vangstcertificaat, bedoeld in de artikelen 12 en 14, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, onderdeel c, onder i, van verordening nr. 1005/2008, het vangstdocument, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van die verordening, het bewijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van die verordening, de verklaring, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van die verordening, en de kopie van het vangstcertificaat, bedoeld in artikel 14, tweede lid, onderdeel c, onder ii, van die verordening, worden overeenkomstig artikel 16, eerste lid, van die verordening of overeenkomstig artikel 8 van verordening nr. 1010/2009 ingeval de desbetreffende visserijproducten met de in dit artikel bedoelde vervoermiddelen wordt getransporteerd, ingediend bij de minister.
2.
De minister is de bevoegde instantie, bedoeld in artikel 4, derde lid, van verordening nr. 1984/2003.