Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 133 Toegang tot havens en gebruik havendiensten vaartuigen derde landen
Geldend
Geldend vanaf 24-06-2021
- Bronpublicatie:
18-06-2021, Stcrt. 2021, 31759 (uitgifte: 23-06-2021, regelingnummer: WJZ/ 21154606)
- Inwerkingtreding
24-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2021, Stcrt. 2021, 31759 (uitgifte: 23-06-2021, regelingnummer: WJZ/ 21154606)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 5, tweede lid, 6, eerste en tweede lid, 8, eerste lid, en 10, vijfde lid, van verordening nr. 1005/2008.
2.
Als havens als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008, worden aangewezen de havens die zijn vermeld in bijlage 2 B en voor vissersvaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren en in het Verenigd Koninkrijk in het visserijregister zijn geregistreerd, die geen vis of visserijproducten aan boord hebben, zover de toegang tot de haven uitsluitend plaatsvindt om onderhoudswerkzaamheden aan het betrokken vissersvaartuig te laten verrichten, de havens die zijn vermeld in Bijlage 2 D.
3.
De voorafgaande kennisgeving, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008, geschiedt door verzending van een door de desbetreffende kapitein ondertekend elektronisch of faxbericht aan de meldkamer van de NVWA te Echt.
4.
Het is voor vissersvaartuigen van derde landen verboden de haven binnen te varen of zijn vangst aan te landen of over te laden zonder door een ambtenaar van de NVWA verleende toestemming als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 11, tweede lid, van verordening nr. 1005/2008.
5.
De aangifte, bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt ingediend bij de meldkamer van de NVWA te Echt met gebruikmaking van het in artikel 3, eerste lid, van verordening nr. 1010/2009, bedoelde formulier indien de aangifte betrekking heeft op aanlanding, dan wel met gebruikmaking van het in artikel 3, tweede lid, van verordening nr. 1010/2009, bedoelde formulier indien de aangifte betrekking heeft op overlading.
6.
Indien het vissersvaartuigen van derde landen betreft die SPRFMO-visbestanden als bedoeld in artikel 4, punt 4, van verordening 2018/975 willen aanlanden, wordt de voorafgaande kennisgeving in afwijking van artikel 6, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008, gedaan tenminste 48 uur voor de geschatte tijd van aankomst in de haven, bevat die kennisgeving de gegevens, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van verordening 2018/975 en geschiedt die kennisgeving overeenkomstig bijlage XI bij verordening 2018/975.
7.
De in het vierde lid bedoelde toestemming wordt voor zover deze betrekking heeft op het binnen varen van een van de in Bijlage 2 D vermelde havens, uitsluitend verleend indien het vissersvaartuig rechtstreeks en via de kortste route afkomstig is van een in Bijlage 2 B vermelde haven alwaar de NVWA heeft vastgesteld dat er geen vis of visserijproducten aan boord van het betrokken vissersvaartuig zijn. Deze vaststelling door de NVWA vindt plaats op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur.