Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Bijlage VII Goedkeuring van de Commissie en monitoring van tijdens de hoorzittingen gedane toezeggingen
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2019
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Deel I. Goedkeuring door het Parlement van de gehele Commissie
Artikel 1. Beoordelingsbasis
- 1.
Het Parlement beoordeelt de voorgedragen kandidaten op grond van hun algemene bekwaamheid, Europese inzet en persoonlijke onafhankelijkheid. Het beoordeelt hun kennis van de desbetreffende portefeuille en hun communicatieve vaardigheden.
- 2.
Het Parlement houdt in het bijzonder rekening met het genderevenwicht. Het kan zich uitspreken over de verdeling van de portefeuilleverantwoordelijkheden door de gekozen voorzitter.
- 3.
Het Parlement kan alle informatie inwinnen die relevant is om tot een besluit over de bekwaamheid van de voorgedragen kandidaten te komen. Het verwacht volledige openbaarmaking van informatie betreffende hun financiële belangen. De belangenverklaringen van de voorgedragen kandidaten worden ter toetsing naar de voor juridische zaken bevoegde commissie verwezen.
Artikel 2. Toetsing van de opgave van financiële belangen
- 1.
De voor juridische zaken bevoegde commissie toetst de opgaven van financiële belangen en gaat na of de inhoud van de opgave van de voorgedragen kandidaat waarheidsgetrouw en volledig is, en of er een belangenconflict kan worden afgeleid.
- 2.
Als een essentiële voorwaarde voor het houden van de hoorzitting door de ter zake bevoegde commissie moet de voor juridische zaken bevoegde commissie, bevestigen dat van belangenconflicten geen sprake is. Bij ontstentenis van een dergelijke bevestiging wordt de procedure voor de benoeming van de voorgedragen kandidaat opgeschort waarbij de in lid 3, onder c), bedoelde procedure wordt gevolgd.
- 3.
Bij de toetsing van de opgave van financiële belangen door de voor juridische zaken bevoegde commissie worden de volgende richtlijnen gehanteerd:
- a)
indien de commissie bij de toetsing van een opgave van financiële belangen op grond van de voorgelegde documenten tot de slotsom komt dat de opgave waarheidsgetrouw en volledig is en geen aanwijzingen bevat voor een feitelijk of potentieel belangenconflict in verband met de portefeuille van de voorgedragen kandidaat, stuurt de commissievoorzitter aan de voor de hoorzitting bevoegde commissies of — in geval van een toetsingsprocedure tijdens de lopende ambtsperiode van een commissaris — aan de betrokken commissies een brief waarin wordt bevestigd dat geen sprake is van een belangenconflict;
- b)
indien de commissie van mening is dat de opgave van financiële belangen van een voorgedragen kandidaat onvolledige of tegenstrijdige informatie bevat dan wel nadere toelichting behoeft, vraagt zij de voorgedragen kandidaat, krachtens het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie, om die nadere informatie onverwijld te verstrekken en wacht zij met haar besluit totdat zij die informatie naar behoren heeft bestudeerd en geanalyseerd; de voor juridische zaken bevoegde commissie kan zo nodig besluiten de voorgedragen kandidaat voor een discussie uit te nodigen;
- c)
indien de commissie uit de opgave van financiële belangen of uit de door de voorgedragen kandidaat verschafte nadere informatie een belangenconflict afleidt, brengt zij aanbevelingen uit die aan dit belangenconflict een einde moeten maken; die aanbevelingen kunnen inhouden dat de voorgedragen kandidaat afstand doet van de betrokken financiële belangen of dat de voorzitter van de Commissie voor een herschikking van zijn portefeuille zorgt; in ernstigere gevallen kan de voor juridische zaken bevoegde commissie, als geen oplossing voor het belangenconflict wordt gevonden en als in laatste instantie, concluderen dat de voorgedragen kandidaat niet in staat is zijn taak volgens het Verdrag en de gedragscode te vervullen; de Voorzitter van het Parlement moet vervolgens bij de voorzitter van de Commissie informeren naar de verdere stappen die deze voornemens is te nemen.
Artikel 3. Hoorzittingen
- 1.
Iedere voorgedragen kandidaat wordt verzocht om voor een hoorzitting voor de bevoegde commissie of commissies te verschijnen.
- 2.
De hoorzittingen worden door de Conferentie van voorzitters op aanbeveling van de Conferentie van commissievoorzitters georganiseerd. De voorzitter en de coördinatoren van elke commissie zijn verantwoordelijk voor de nadere regeling ervan. Er kunnen rapporteurs worden benoemd.
- 3.
In gevallen waarin portefeuilles elkaar overlappen worden passende regelingen getroffen om de relevante commissies bij de procedure te betrekken. Er kunnen zich drie gevallen voordoen:
- a)
indien de portefeuille van de voorgedragen kandidaat onder het werkterrein van een enkele commissie valt, wordt de voorgedragen kandidaat alleen door die commissie (de bevoegde commissie) gehoord;
- b)
indien de portefeuille van de voorgedragen kandidaat in min of meer gelijke proporties onder de werkterreinen van meerdere commissies valt, wordt de voorgedragen kandidaat door die commissies (gezamenlijke commissies) gezamenlijk gehoord, en
- c)
indien de portefeuille van de voorgedragen kandidaat grotendeels onder het werkterrein van een enkele commissie en slechts zijdelings onder de werkterreinen van een of meer andere commissies valt wordt de voorgedragen kandidaat gehoord door de ten principale bevoegde commissie, en worden de andere commissie of commissies (medeverantwoordelijke commissies) hierbij betrokken.
- 4.
De gekozen voorzitter van de Commissie wordt uitvoerig over de organisatie geraadpleegd.
- 5.
De commissies leggen de voorgedragen kandidaten tijdig voor de hoorzittingen schriftelijke vragen voor. Aan alle voorgedragen kandidaten worden twee gezamenlijke vragen gesteld die door de Conferentie van commissievoorzitters worden opgesteld; de eerste vraag betreft zaken van algemene bekwaamheid, Europese inzet en persoonlijke onafhankelijkheid, terwijl de tweede betrekking heeft op het beheer van de portefeuille en de samenwerking met het Parlement. De bevoegde commissie legt vijf andere vragen voor, waarbij deelvragen niet zijn toegestaan. In geval van gezamenlijke commissies heeft elke commissie het recht drie vragen voor te leggen.
De cv's van de voorgedragen kandidaten en hun antwoorden op de schriftelijke vragen worden vóór de openbare hoorzitting gepubliceerd op de website van het Parlement.
- 6.
Voor elke hoorzitting wordt drie uur uitgetrokken. De hoorzittingen vinden plaats in omstandigheden en onder voorwaarden die waarborgen dat de voorgedragen kandidaten een gelijke en eerlijke mogelijkheid krijgen om zichzelf en hun standpunten te presenteren.
- 7.
De voorgedragen kandidaten worden verzocht een inleidende mondelinge verklaring af te leggen van ten hoogste vijftien minuten. Tijdens de hoorzitting worden maximaal 25 vragen gesteld, zo mogelijk naar onderwerp gegroepeerd. Binnen de toegewezen tijd mag onmiddellijk één vervolgvraag worden gesteld. Het grootste deel van de spreektijd wordt mutatis mutandis overeenkomstig artikel 171 aan de fracties toebedeeld. De hoorzittingen zijn bedoeld om een brede politieke dialoog tussen de voorgedragen kandidaten en de leden op gang te brengen. Voor het einde van de hoorzitting worden de voorgedragen kandidaten in de gelegenheid gesteld om een korte afsluitende verklaring af te leggen.
- 8.
De hoorzittingen worden rechtstreeks audiovisueel uitgezonden, en deze uitzendingen worden kosteloos ter beschikking gesteld van het publiek en de media. Binnen 24 uur wordt een opname met index van de hoorzittingen openbaar gemaakt.
Artikel 4. Evaluatie
- 1.
Na de hoorzittingen komen de voorzitter en de coördinatoren onverwijld bijeen om een evaluatie te maken van de afzonderlijke voorgedragen kandidaten. Deze vergaderingen vinden met gesloten deuren plaats. De coördinatoren wordt verzocht te verklaren of zij de voorgedragen kandidaten geschikt achten om zitting te nemen in het college en de hun toebedeelde taken te vervullen. De Conferentie van commissievoorzitters werkt een model uit om de evaluatie te vergemakkelijken.
- 2.
In geval van gezamenlijke commissies werken de voorzitters en de coördinatoren van de betrokken commissies gedurende de gehele procedure samen.
- 3.
Er wordt één evaluatiebrief per voorgedragen kandidaat opgesteld. De standpunten van alle bij de hoorzitting betrokken commissies worden daarin opgenomen.
- 4.
De volgende beginselen zijn van toepassing op de evaluatie door de coördinatoren:
- a)
Indien de coördinatoren de voorgedragen kandidaat unaniem goedkeuren, legt de voorzitter namens hen een goedkeuringsbrief over.
- b)
Indien de coördinatoren de voorgedragen kandidaat unaniem afkeuren, legt de voorzitter namens hen een schriftelijke afkeuring over.
- c)
Indien een meerderheid van ten minste twee derde van de leden van de commissie de voorgedragen kandidaat goedkeurt, legt de voorzitter namens hen een brief over waarin wordt meegedeeld dat een grote meerderheid haar goedkeuring heeft gegeven aan de kandidaat. Minderheidsstandpunten worden op verzoek vermeld.
- d)
Indien de coördinatoren niet erin slagen een meerderheid te bereiken van ten minste twee derde van de leden van de commissie die de kandidaat goedkeurt:
- —
verzoeken zij eerst om aanvullende informatie via aanvullende schriftelijke vragen;
- —
verzoeken zij, bij aanhoudende ontevredenheid, om een aanvullende hoorzitting van 1,5 uur, na goedkeuring van de Conferentie van voorzitters;
- e)
Indien, na toepassing van punt d), coördinatoren die een meerderheid van ten minste twee derde van de leden van de commissie vertegenwoordigen de kandidaat goedkeuren, legt de voorzitter namens hen een brief over dat een overgrote meerderheid haar goedkeuring heeft verleend aan de voorgedragen kandidaat. Minderheidsstandpunten worden op verzoek vermeld.
- f)
Indien er, na toepassing van punt d), nog steeds geen meerderheid is van coördinatoren die een meerderheid van ten minste twee derde van de leden van de commissie vertegenwoordigen die de voorgedragen kandidaat goedkeuren, roept de voorzitter een commissievergadering bijeen waarin hij de twee in lid 1 genoemde kwesties in stemming brengt. De voorzitter legt een brief over met daarin de evaluatie van de commissie.
- 5.
De evaluatiebrieven van de commissies worden binnen 24 uur na de afronding van het evaluatieproces doorgezonden. De brieven worden door de Conferentie van commissievoorzitters behandeld en vervolgens aan de Conferentie van voorzitters voorgelegd. Na een gedachtewisseling verklaart de Conferentie van voorzitters de hoorzittingen voor gesloten, tenzij zij besluit extra informatie in te winnen, en geeft zij toestemming voor de openbaarmaking van alle evaluatiebrieven.
Artikel 5. Presentatie van het college
- 1.
De gekozen voorzitter van de Commissie wordt verzocht het gehele college van voorgedragen kandidaten en hun programma te presenteren in een plenaire vergadering van het Parlement, waarvoor de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Raad worden uitgenodigd. De presentatie wordt gevolgd door een debat. Een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken, kunnen een ontwerpresolutie indienen tot besluit van het debat. Artikel 132, leden 3 tot en met 8, is van toepassing.
- 2.
Na de stemming over de ontwerpresolutie stemt het Parlement over de vraag of het al dan niet zijn goedkeuring hecht aan de benoeming van de gekozen voorzitter en de voorgedragen kandidaten als college. Het Parlement besluit bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen bij hoofdelijke stemming. Het kan de stemming tot de volgende vergadering uitstellen.
Artikel 6. Monitoren van door voorgedragen kandidaten tijdens hoorzittingen gedane toezeggingen
De door voorgedragen kandidaten tijdens hoorzittingen gedane toezeggingen en genoemde prioriteiten worden gedurende de gehele duur van de ambtstermijn geëvalueerd door de bevoegde commissie in het kader van de jaarlijkse structurele dialoog met de Commissie overeenkomstig paragraaf 1 van bijlage IV bij het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie.
Deel II. Ingrijpende herschikking van portefeuilles of wijziging van het college van commissarissen tijdens zijn ambtstermijn
Artikel 7. Vacatures
Wanneer een post vrijkomt door ontslagneming, gedwongen terugtreden of overlijden, nodigt het Parlement onverwijld de voorgedragen kandidaat uit om deel te nemen aan een hoorzitting onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld in deel I.
Artikel 8. Toetreding van een nieuwe lidstaat
In geval van toetreding van een nieuwe lidstaat nodigt het Parlement de voorgedragen kandidaat uit om deel te nemen aan een hoorzitting onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld in deel I.
Artikel 9. Ingrijpende herschikking van de portefeuilles
In geval van een ingrijpende herschikking van portefeuilles tijdens de ambtstermijn van de Commissie worden de betrokken commissarissen uitgenodigd om voor het aanvaarden van hun nieuwe verantwoordelijkheden deel te nemen aan een hoorzitting onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld in deel I.
Artikel 10. Stemming ter plenaire vergadering
In afwijking van de procedure in artikel 125, lid 7, vindt goedkeuring ter plenaire vergadering van de benoeming van een enkele commissaris bij geheime stemming plaats.