Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's)
Artikel 109
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2009
- Bronpublicatie:
13-07-2009, PbEU 2009, L 302 (uitgifte: 17-11-2009, regelingnummer: 2009/65/EG)
- Inwerkingtreding
07-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2009, PbEU 2009, L 302 (uitgifte: 17-11-2009, regelingnummer: 2009/65/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
Ingeval beheermaatschappijen via het verrichten van diensten of door vestiging van bijkantoren in een of meer lidstaten van ontvangst werkzaam zijn, werken de bevoegde lidstaten van alle betrokken lidstaten nauw samen.
Zij verstrekken elkaar op verzoek alle gegevens betreffende de bedrijfsleiding en de eigenaars van deze beheermaatschappijen welke het toezicht kunnen vergemakkelijken, alsmede alle informatie die de controle op deze maatschappijen kan vergemakkelijken. Met name werken de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij samen teneinde de ontvangst door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de beheermaatschappij van de in artikel 21, lid 2, bedoelde gegevens te waarborgen.
2.
Voor zover zulks voor de uitoefening van hun toezichthoudende bevoegdheden noodzakelijk mocht blijken, doen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de beheermaatschappij aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij mededeling van alle krachtens artikel 21, lid 5, door de lidstaat van ontvangst van de beheermaatschappij getroffen maatregelen die maatregelen of sancties jegens een beheermaatschappij of beperkingen van de activiteiten van een beheermaatschappij behelzen.
3.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij stellen onverwijld de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de icbe in kennis van problemen bij de beheermaatschappij, die het vermogen van de beheermaatschappij wezenlijk kan aantasten om haar taken met betrekking tot de icbe naar behoren uit te voeren en van inbreuken op de in hoofdstuk III genoemde eisen.
4.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de icbe stellen onverwijld de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij in kennis van problemen bij de icbe, die het vermogen van de beheermaatschappij wezenlijk kan aantasten om haar taken naar behoren uit te voeren of te voldoen aan de eisen van deze richtlijn die onder de verantwoordelijkheid van de lidstaat van herkomst van de icbe vallen.