Einde inhoudsopgave
Besluit ontheffing verplichtingen sociale zekerheidswetten
Artikel 4 Ontheffing in verband met calamiteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
13-12-2021, Stb. 2021, 629 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2021, Stb. 2021, 629 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Het UWV kan aan een uitkeringsgerechtigde al dan niet op diens aanvraag voor een periode van maximaal zes maanden ontheffing verlenen van de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA, de artikelen 2:31, eerste lid, en artikel[lees: en] 2:32, tweede lid, onderdelen c en d, van de Wajong, artikel 30, eerste lid, van de ZW, de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW of in de artikelen 12, tweede lid, onderdeel c, 14, tweede lid, onderdeel b, en 15, onderdelen a tot en met e, van de IOW, indien van die uitkeringsgerechtigde tijdelijk redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat hij aan die verplichtingen voldoet in verband met een plotselinge, ernstige crisissituatie in de privé-sfeer.
2.
Het UWV kan al dan niet op aanvraag van de uitkeringsgerechtigde na afloop van de periode waarover op grond van het eerste lid ontheffing is verleend, de ontheffing aansluitend verlengen tot maximaal zes maanden, indien nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid.