Einde inhoudsopgave
Wet inkomensvoorziening oudere werklozen
Artikel 14 Plichten gericht op het vergroten van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid
Geldend
Geldend van 01-07-2012 tot 01-01-2038
- Bronpublicatie:
21-05-2012, Stb. 2012, 224 (uitgifte: 30-05-2012, kamerstukken: 33065)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2012, Stb. 2012, 251 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Bijzondere onderwerpen
1.
De aanvrager en de uitkeringsgerechtigde trachten in voldoende mate de mogelijkheden tot het verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid te behouden of te verkrijgen.
2.
Ter naleving van de plicht, bedoeld in het eerste lid, zijn de aanvrager en de uitkeringsgerechtigde in elk geval verplicht:
- a.
zich geneeskundig te laten behandelen of aanwijzingen van een arts op te volgen indien het UWV of het re-integratiebedrijf in opdracht van het UWV, op grond van het advies van een arts daartoe opdracht geeft en de genezing niet te belemmeren;
- b.
mee te werken aan activiteiten of werkzaamheden, gericht op inschakeling in de arbeid, die het UWV wenselijk acht voor verkrijging van mogelijkheden tot verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid;
- c.
mee te werken aan aanpassing van de arbeidsplaats en aan persoongebonden voorzieningen die het UWV verstrekt voor verkrijging van mogelijkheden tot verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid en zo nodig trachten die aanpassing en die voorzieningen te verkrijgen.