Einde inhoudsopgave
Universele Auteursrecht-Conventie herzien te Parijs op 24 juli 1971
Artikel V
Geldend
Geldend vanaf 10-07-1974
- Bronpublicatie:
24-07-1971, Trb. 1976, 37 (uitgifte: 23-03-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-07-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-07-1971, Trb. 1976, 37 (uitgifte: 23-03-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
1.
De in artikel I bedoelde rechten omvatten het uitsluitend recht, een vertaling der uit hoofde van deze Conventie beschermde werken te vervaardigen en te publiceren en daartoe toestemming te verlenen.
2.
Nochtans kan elke Verdragsluitende Staat door zijn nationale wetgeving het vertaalrecht ten opzichte van geschriften beperken, mits de volgende bepalingen in acht worden genomen:
- (a)
Indien, na verloop van zeven jaren sedert de eerste publikatie van een geschrift, de vertaling daarvan in een algemeen in de Verdragsluitende Staat gebruikte taal niet door of met toestemming van de rechthebbende op het vertaalrecht is gepubliceerd, kan iedere onderdaan van deze Verdragsluitende Staat van de bevoegde instantie van deze Staat een vergunning verkrijgen welke niet-uitsluitende rechten verleent om het werk te vertalen in die taal en het aldus vertaalde werk te publiceren.
- (b)
Deze vergunning kan slechts worden verleend, indien de aanvrager in overeenstemming met de bepalingen, geldende in de Staat, waarin de aanvraag wordt ingediend, aantoont dat hij aan de rechthebbende op het vertaalrecht toestemming tot vertalen en publiceren van de vertaling heeft gevraagd en dat hij, na de nodige moeite van zijn kant, de rechthebbende niet heeft kunnen bereiken of diens toestemming niet heeft kunnen verkrijgen. Op dezelfde voorwaarden kan een vergunning eveneens worden verleend, indien de oplagen van reeds in een algemeen in de Verdragsluitende Staat gebruikte taal gepubliceerde vertalingen zijn uitverkocht.
- (c)
Indien de aanvrager de rechthebbende op het vertaalrecht niet heeft kunnen bereiken, moet hij afschriften van zijn aanvraag zenden aan de uitgever, wiens naam op het werk is vermeld en, indien de nationaliteit van de rechthebbende op het vertaalrecht bekend is, aan de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger van de Staat, waarvan de rechthebbende op het vertaalrecht onderdaan is, of aan de eventueel door de regering van deze Staat aangewezen instantie. De vergunning kan niet worden verleend vóór het verstrijken van een tijdvak van twee maanden na de verzending van de afschriften der aanvraag.
- (d)
In de nationale wetgeving moeten doeltreffende voorzieningen worden opgenomen om aan de rechthebbende op het vertaalrecht een billijke vergoeding overeenkomstig de internationale gebruiken, alsmede de betaling en de overmaking van deze vergoeding te verzekeren, en om een juiste vertaling van het werk te waarborgen.
- (e)
De titel van het oorspronkelijke werk en de naam van de auteur moeten op alle exemplaren van de gepubliceerde vertaling worden gedrukt. De vergunning is slechts geldig voor het uitgeven binnen het gebied van de Verdragsluitende Staat, waar deze vergunning is aangevraagd. Invoer en verkoop van exemplaren in een andere Verdragsluitende Staat zijn mogelijk, indien deze Staat eenzelfde algemeen gebruikte taal heeft als die waarin het werk is vertaald, indien de nationale wetgeving van deze Staat zodanige vergunning kent en indien geen der in deze Staat geldende bepalingen zich tegen de invoer en de verkoop verzet; de invoer en de verkoop binnen het gebied van een Verdragsluitende Staat waarin de vorengenoemde omstandigheden niet bestaan, worden voorbehouden aan de wetgeving van deze Staat en de door hem gesloten overeenkomsten. De vergunning kan door de houder niet worden overgedragen.
- (f)
De vergunning mag niet worden verleend, wanneer de auteur alle exemplaren van het werk uit het verkeer heeft genomen.