Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/119/EG houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden
Artikel 6 Register van veiligheidsvoorraden — Jaarverslag
Geldend
Geldend vanaf 24-12-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2018, L 328 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: 2018/1999)
- Inwerkingtreding
24-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2018, L 328 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: 2018/1999)
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Elke lidstaat houdt een gedetailleerd en voortdurend geactualiseerd register bij van alle andere te zijnen behoeve aangehouden veiligheidsvoorraden dan de speciale voorraden. Dit register bevat met name de informatie waarmee kan worden bepaald in welk depot of welke raffinaderij of opslagplaats de voorraden worden aangehouden, om welke hoeveelheden het gaat, wie de eigenaar is en wat de aard ervan is, onder verwijzing naar de categorieën die zijn vastgesteld in hoofdstuk 3.4 van bijlage A bij Verordening (EG) nr. 1099/2008.
2.
Elke lidstaat verstrekt de Commissie uiterlijk op 15 maart van elk kalenderjaar een samenvatting van het in lid 1 bedoelde register, waarin ten minste de veiligheidsvoorraden zijn aangegeven die in die lidstaat op de laatste dag van het vorige kalenderjaar aanwezig waren, met inbegrip van de hoeveelheden en de aard ervan.
3.
Voorts verstrekt de lidstaat de Commissie op haar verzoek, binnen vijftien dagen, een volledig exemplaar van het register; gevoelige gegevens omtrent de locatie van de voorraden kunnen daarin echter worden weggelaten. Het verzoek mag niet later worden gedaan dan vijf jaar na het tijdstip waarop de gevraagde gegevens betrekking hebben, en mag geen gegevens over de periode vóór 1 januari 2013 betreffen.