Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/119/EG houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden
Artikel 25 Omzetting
Geldend
Geldend vanaf 29-10-2009
- Bronpublicatie:
14-09-2009, PbEU 2009, L 265 (uitgifte: 09-10-2009, regelingnummer: 2009/119/EG)
- Inwerkingtreding
29-10-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-09-2009, PbEU 2009, L 265 (uitgifte: 09-10-2009, regelingnummer: 2009/119/EG)
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2012 aan deze richtlijn te voldoen.
In afwijking van lid 1 doen de lidstaten die op 31 december 2012 geen lid zijn van het IEA en wier binnenlands verbruik aan aardolieproducten volledig door invoer moet worden gedekt, de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2014 aan artikel 3, lid 1, van deze richtlijn te voldoen. Deze lidstaten blijven, tot deze bepalingen van kracht worden, aardolievoorraden aanhouden die overeenkomen met 81 maal het daggemiddelde van de netto-invoer.
Wanneer de lidstaten bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.