Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 11.71 (middelen voor de jacht)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-12-2020, Stb. 2021, 22 (uitgifte: 21-01-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Bij de uitoefening van de jacht worden geen andere middelen gebruikt dan:
- a.
geweren;
- b.
honden, met uitzondering van lange honden;
- c.
aantoonbaar gefokte haviken (Accipiter gentilis) of slechtvalken (Falco peregrinus);
- d.
eendenkooien;
- e.
lokeenden of lokduiven, die niet blind of verminkt zijn;
- f.
fretten;
- g.
buidels; of
- h.
schermen.
2.
De jacht wordt niet uitgeoefend als zich in het veld andere middelen bevinden die geschikt zijn voor het vangen of doden van dieren dan de in het eerste lid genoemde middelen.
3.
Degene die zich in het veld bevindt met voor de jacht toegestane middelen of met andere middelen waarmee kan worden gejaagd, wordt geacht zich daarmee bij de uitoefening van de jacht in het veld te bevinden, tenzij het tegendeel blijkt.
4.
De jacht wordt niet uitgeoefend met het geweer binnen de in het omgevingsplan aangewezen bebouwingscontour jacht, bedoeld in artikel 5.165a van het Besluit kwaliteit leefomgeving, of op terreinen die onmiddellijk aan die bebouwingscontour grenzen.