Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 102 Vereenvoudigde berekening van het kapitaalvereiste voor vervalrisico in verband met het SLT-ziekteverzekeringsbedrijf
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2015
- Bronpublicatie:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Inwerkingtreding
18-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Indien artikel 88 wordt nageleefd, mogen verzekerings- en herverzekeringsondernemingen het kapitaalvereiste voor het risico van een permanente stijging van de vervalpercentages als bedoeld in artikel 159, lid 1, onder a), als volgt berekenen:
Lapseup = 0,5 · lup · nup · Sup
waarbij
- (a)
lup staat voor het hoogste van de volgende percentages: het gemiddelde vervalpercentage van de polissen met een positieve ‘surrender strain’ en 83 %;
- (b)
nup staat voor de gemiddelde periode in jaren waarin de polissen met een positieve ‘surrender strain’ aflopen;
- (c)
Sup staat voor de som van de positieve ‘surrender strains’.
2.
Indien artikel 88 wordt nageleefd, mogen verzekerings- en herverzekeringsondernemingen het kapitaalvereiste voor het risico van een permanente daling van de vervalpercentages als bedoeld in artikel 159, lid 1, onder a), als volgt berekenen:
Lapsedown = 0,5 · ldown · ndown · Sdown
waarbij
- (a)
ldown staat voor het gemiddelde vervalpercentage van de polissen met een negatieve ‘surrender strain’;
- (b)
ndown staat voor de gemiddelde periode in jaren waarin de polissen met een negatieve ‘surrender strain’ aflopen;
- (c)
Sdown staat voor de som van de negatieve ‘surrender strains’.
3.
De ‘surrender strain’ van een verzekeringspolis als bedoeld in de leden 1 en 2 is het verschil tussen:
- (a)
het op het moment zelf door de verzekeringsonderneming te betalen bedrag bij stopzetting door de verzekeringnemer, uitgezonderd eventuele bedragen die op verzekeringnemers of intermediairs kunnen worden verhaald;
- (b)
het bedrag van de technische voorzieningen zonder de risicomarge.