Einde inhoudsopgave
Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021
Artikel 2.5 Het griffierecht (de artikelen 8:41 en 6:15 van de Awb)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
1.
Binnen twee weken na de ontvangst van het beroepschrift deelt de griffier de indiener mee welk griffierecht verschuldigd is en dat het griffierecht binnen vier weken moet worden voldaan. De griffier verzendt deze mededeling per gewone post. Indien na de verzending van de mededeling per gewone post de termijn waarbinnen dient te worden betaald, is verstreken en het verschuldigde griffierecht niet is ontvangen, verzendt de griffier de mededeling om het griffierecht binnen vier weken te voldoen per aangetekende post. De griffier kan de mededeling in afwijking van de tweede en derde volzin indien digitaal wordt geprocedeerd ook verzenden door plaatsing in het digitale dossier. Indien het griffierecht wordt verrekend met een rekening-courantverhouding met de gerechten wordt geen mededeling verzonden.
2.
Indien een beroep versneld wordt behandeld dan wel hoofdstuk 3 of hoofdstuk 5 van toepassing is, kan de griffier bij het verzenden van de mededeling als bedoeld in het eerste lid, volstaan met verzending per aangetekende post zonder daaraan voorafgaand de mededeling per gewone post te verzenden. De vierde volzin van het vorige lid is van overeenkomstige toepassing.
3.
De griffier heft, in afwijking van het eerste lid, geen griffierecht indien de bestuursrechter het beroepschrift met toepassing van artikel 6:15, eerste of tweede lid, van de Awb doorzendt aan een bestuursorgaan of een bestuursrechter van een ander gerecht.
4.
Indien de bestuursrechter, nadat griffierecht is geheven, het beroepschrift doorzendt aan of de zaak verwijst naar de bestuursrechter van een gerecht, bericht de doorzendende of verwijzende bestuursrechter degene aan wie is doorgezonden of naar wie is verwezen zo spoedig mogelijk over de ontvangst van het griffierecht. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op de overdracht van een vreemdelingenzaak.
5.
De griffier betaalt het griffierecht na ontvangst terug indien griffierecht is geheven voordat:
- –
de bestuursrechter het beroepschrift doorzendt aan een bestuursorgaan ter behandeling als bezwaarschrift of administratief-beroepschrift;
- –
de bestuursrechter het beroepschrift doorzendt aan een hogerberoepsrechter ter behandeling als hogerberoepschrift of doorzendt aan de Hoge Raad als beroepschrift in cassatie.
6.
Indien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat het griffierecht niet tijdig is betaald, betaalt de griffier het eventueel na de termijn betaalde griffierecht voor dat beroep terug.
7.
Indien de bestuursrechter niet bevoegd is kennis te nemen van het beroepschrift heft de griffier geen griffierecht. Is wel griffierecht betaald, dan wordt dit terugbetaald.