Einde inhoudsopgave
Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021
Bijlage 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
als bedoeld in artikel 1.9
Artikel 1. Technische regelingen
Het Reglement inzake de toegang tot en het gebruik van het digitaal systeem voor gegevensverwerking van de gerechten (technisch reglement) bevat bepalingen als bedoeld in artikel 1.9, eerste en vijfde lid.
Artikel 2. Digitaal procederen
- 1.
In zaken waarin digitaal procederen verplicht is (zaken als bedoeld in de artikelen 79, 93, 94 en 96 van de Vreemdelingenwet 2000, en zaken waarin beroep is ingesteld tegen besluiten als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000) dient de advocaat gebruik te maken van het in www.rechtspraak.nl beschikbaar gestelde webportaal Mijn rechtspraak. Alleen het inlogmiddel Advocatenpas is toegelaten. Het bestuursorgaan in die zaken dient gebruik te maken van het Aansluitpunt Rechtspraak.
- 2.
Vrijwillig digitaal procederen bij de rechtbanken in beroepen tegen een terugkeerbesluit, een inreisverbod of tegen een terugkeerbesluit met inreisverbod als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000 kan alleen door advocaten en het bestuursorgaan. Zij dienen dit te doen op de wijze van het eerste lid van deze bijlage.
- 3.
Vrijwillig digitaal procederen bij de rechtbanken in beroepen tegen andere besluiten dan die bedoeld in de vorige leden, kan door partijen die beschikken over Digid, eherkenning of de advocatenpas indien daarvoor op www.rechtspraak.nl het webportaal is geopend.
- 4.
In zaken waarin artikel 8:36a van de Awb niet van toepassing is, kunnen advocaten en het bestuursorgaan op verzoek van de advocaat digitaal procederen op de wijze van het eerste lid van deze bijlage in zaken op grond van de Vreemdelingenwet 2000 en de Visumcode en in zaken met betrekking tot besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over unierechtelijke verblijfsrechten. In die zaken treedt de IND op namens het bestuursorgaan. De eerste volzin is niet van toepassing op het indienen van het beroepschrift of het verzoekschrift om een voorlopige voorziening. Het verzoek om toepassing van het eerste lid kan worden gedaan in het beroepschrift of het verzoekschrift. Toepassing van het eerste lid in een zaak kan niet ongedaan worden gemaakt.
- 5.
Bij het digitaal procederen als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid voldoen stukken aan het PDF/A-formaat, hebben een maximale omvang van 25 megabyte en voldoen aan de eisen voor Optical Character Recognition (‘OCR’).
- 6.
De notificatie als bedoeld in het technisch reglement, die wordt gezonden via het Aansluitpunt, is een kennisgeving buiten het digitale systeem als bedoeld in artikel 8:36c, vierde lid, van de Awb. De OK-melding na verzending van een bericht geldt als ontvangstbevestiging. Het gebruik van het Aansluitpunt impliceert dat de partij geen kennisgevingen en ontvangstbevestigingen op een andere manier wenst te ontvangen.