Einde inhoudsopgave
Algemene Ouderdomswet
Artikel 8d [Geen AOW voor uitreiziger]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
08-11-2023, Stb. 2023, 417 (uitgifte: 21-11-2023, kamerstukken: 36415)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2023, Stb. 2023, 437 (uitgifte: 05-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Ouderdomsuitkering
1.
Voor de pensioengerechtigde ontstaat geen recht op ouderdomspensioen indien en voor zolang hij een uitreiziger is.
2.
Het recht op ouderdomspensioen eindigt, indien de pensioengerechtigde, nadat het recht op ouderdomspensioen is ingegaan, een uitreiziger is.
3.
De persoon die op grond van het eerste of tweede lid geen recht op ouderdomspensioen heeft, heeft met ingang van de dag dat niet langer het gegronde vermoeden bestaat dat hij zich buiten Nederland bevindt met het doel zich aan te sluiten bij een organisatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, met inachtneming van de bepalingen van deze wet recht op ouderdomspensioen.
4.
Geen recht op toeslag heeft de pensioengerechtigde, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van wie de partner een uitreiziger is.
5.
Voor het derde lid is artikel 14, eerste lid, van overeenkomstige toepassing.