Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:18b [In aanmerking komende tegenpartij]
Geldend
Geldend vanaf 03-01-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 512 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken: 34583)
- Inwerkingtreding
03-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 514 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De artikelen 4:19, eerste en derde lid, 4:20, vierde en vijfde lid, 4:22, tweede tot en met vierde lid, 4:23, 4:24, 4:89, 4:90, tweede lid, 4:90a, 4:90b en 4:90d, eerste lid, zijn niet van toepassing op het ontvangen en doorgeven van orders en het uitvoeren van orders of rechtstreeks daarmee verband houdende nevendiensten met in aanmerking komende tegenpartijen.
2.
Een beleggingsonderneming kan een professionele belegger als bedoeld in onderdeel q van de definitie van professionele belegger in artikel 1:1, of een onderneming met zetel in een andere lidstaat die geen in aanmerking komende tegenpartij is in de zin van artikel 1:1 en in die lidstaat wordt aangemerkt als in aanmerking komende tegenpartij, kwalificeren als in aanmerking komende tegenpartij indien de cliënt heeft ingestemd met die kwalificatie.
3.
Een beleggingsonderneming kan, in afwijking van het eerste lid, op verzoek van een in aanmerking komende tegenpartij elk van de artikelen 4:19, eerste en derde lid, 4:20, vierde en vijfde lid, 4:22, tweede tot en met vierde lid, 4:23, eerste en tweede lid, vierde lid, 4:24, 4:89, 4:90, 4:90a, 4:90b en 4:90d, eerste lid, jegens die partij per transactie of in het algemeen toepassen.
4.
Een onderneming die voldoet aan artikel 4:18c, eerste en tweede lid, kan de beleggingsonderneming verzoeken om als in aanmerking komende tegenpartij te worden aangemerkt indien zij voor de beleggingsdiensten of beleggingsactiviteiten, bedoeld in het eerste lid, als professionele belegger is aangemerkt op grond van artikel 4:18c, derde lid.