Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/64/EU betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures
Artikel 2 Recht op vertolking
Geldend
Geldend vanaf 15-11-2010
- Bronpublicatie:
20-10-2010, PbEU 2010, L 280 (uitgifte: 26-10-2010, regelingnummer: 2010/64/EU)
- Inwerkingtreding
15-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-10-2010, PbEU 2010, L 280 (uitgifte: 26-10-2010, regelingnummer: 2010/64/EU)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Algemeen
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat een verdachte of beklaagde die de taal van de strafprocedure niet spreekt of verstaat, onverwijld door een tolk wordt bijgestaan tijdens de strafprocedure voor onderzoeks- en gerechtelijke autoriteiten, onder meer tijdens politieverhoren, alle zittingen van het gerecht en alle noodzakelijke tussentijdse zittingen.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat, waar dit nodig is om het eerlijke verloop van de procedure te garanderen, vertolking beschikbaar is voor communicatie tussen de verdachte of beklaagde en zijn raadsman die rechtstreeks verband houdt met een verhoor of zitting tijdens de procedure, met de instelling van een beroep of met andere procedurele verzoeken.
3.
Het recht op vertolking uit hoofde van de leden 1 en 2 omvat passende bijstand aan personen met gehoor- of spraakstoornissen.
4.
De lidstaten zorgen ervoor dat er een procedure of mechanisme bestaat om te controleren of de verdachte of beklaagde de taal van de strafprocedure spreekt en verstaat en of hij de bijstand van een tolk nodig heeft.
5.
De lidstaten zorgen ervoor dat de verdachte of beklaagde, overeenkomstig de procedures in het nationale recht, het recht heeft een besluit aan te vechten waarbij wordt vastgesteld dat er geen vertolking nodig is en, wanneer vertolking is verstrekt, de mogelijkheid heeft om een klacht te formuleren omdat de kwaliteit hiervan onvoldoende is om het eerlijke verloop van de procedure te garanderen.
6.
In voorkomend geval kan gebruik worden gemaakt van communicatietechnologie zoals videoconferentie, telefoon of het internet, tenzij de aanwezigheid van de tolk ter plaatse vereist is om het eerlijke verloop van de procedure te waarborgen.
7.
In een procedure voor de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel zorgt de lidstaat van tenuitvoerlegging ervoor dat door zijn bevoegde autoriteiten aan personen tegen wie die procedure wordt gevoerd en die de taal van de procedure niet spreken of verstaan, tijdens die procedure vertolking wordt aangeboden overeenkomstig dit artikel.
8.
Vertolking die overeenkomstig dit artikel wordt verstrekt, is van voldoende kwaliteit om het eerlijke verloop van de procedure te waarborgen, met name door ervoor te zorgen dat de verdachte of beklaagde geïnformeerd is over de zaak tegen hem en in staat is zijn recht van verdediging uit te oefenen.