Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/63/EU betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt
Artikel 16 Hergebruik
Geldend
Geldend vanaf 09-11-2010
- Bronpublicatie:
22-09-2010, PbEU 2010, L 276 (uitgifte: 20-10-2010, regelingnummer: 2010/63/EU)
- Inwerkingtreding
09-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2010, PbEU 2010, L 276 (uitgifte: 20-10-2010, regelingnummer: 2010/63/EU)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Dierenrecht / Algemeen
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De lidstaten dragen er zorg voor dat, als ook een dier kan worden gebruikt dat nog niet eerder een procedure heeft ondergaan, een dier dat wél reeds aan één of meer procedures is onderworpen, alleen in een nieuwe procedure kan worden hergebruikt als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
de werkelijke ernst van de voorgaande procedures was ‘licht’ of ‘matig’;
- b)
het staat vast dat de algemene gezondheids- en welzijnstoestand van het dier volledig is hersteld;
- c)
de volgende procedure is ingedeeld als ‘licht’, ‘matig’ dan wel ‘terminaal’, en
- d)
de handeling is in overeenstemming met diergeneeskundig advies waarbij rekening wordt gehouden met de volledige levensloop van het dier.
2.
In uitzonderlijke omstandigheden en in afwijking van lid 1, onder a), en nadat een dierenarts het dier heeft onderzocht, kan de bevoegde instantie het hergebruik van een dier toestaan indien het dier niet meer dan eenmaal is gebruikt in een procedure die hevige pijn, angst of daarmee gelijkstaand lijden meebrengt.