Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/63/EU betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt
Bijlage IV Methoden voor het doden van dieren
Geldend
Geldend vanaf 04-06-2024
- Bronpublicatie:
13-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1262 (uitgifte: 15-05-2024, regelingnummer: 2024/1262)
- Inwerkingtreding
04-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1262 (uitgifte: 15-05-2024, regelingnummer: 2024/1262)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Dierenrecht / Algemeen
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1
Voor het doden van dieren worden de methoden van onderstaande tabel gebruikt.
Er kunnen methoden worden gebruikt die niet in de tabel staan:
- a)
voor bewusteloze dieren, op voorwaarde dat het dier voor zijn dood niet weer bij bewustzijn komt;
- b)
dieren die in landbouwkundig onderzoek worden gebruikt, wanneer het doel van het project vereist dat de dieren worden gehouden onder soortgelijke omstandigheden als dieren in de commerciële landbouw, kunnen worden gedood overeenkomstig de voorschriften in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (1).
2
Het doden van dieren wordt voltooid met één van onderstaande methoden:
- (a)
bevestiging dat de circulatie definitief is gestopt;
- (b)
vernietiging van de hersenen;
- (c)
dislocatie van de nek;
- (d)
leegbloeden, of
- (e)
bevestiging dat rigor mortis is ingetreden.
De methoden voor bevestiging van de dood moeten passend zijn voor de te doden soort.
3
Tabel
Vereisten
- 1.
Waar passend met voorafgaande sedatie.
- 2.
Alleen bij grote reptielen.
- 3.
Alleen te gebruiken bij geleidelijke blootstelling aan het gas. Niet gebruiken voor foetale en pasgeboren knaagdieren.
- 4.
Alleen voor vogels van minder dan 1 kg. Vogels van meer dan 250 g worden verdoofd.
- 5.
Alleen voor knaagdieren van minder dan 1 kg. Knaagdieren van meer dan 150 g worden verdoofd.
- 6.
Alleen voor konijnen van minder dan 1 kg. Konijnen van meer dan 150 g worden verdoofd.
- 7.
Alleen voor vogels van minder dan 5 kg.
- 8.
Alleen voor knaagdieren van minder dan 1 kg.
- 9.
Alleen voor konijnen van minder dan 5 kg.
- 10.
Alleen voor pasgeboren dieren.
- 11.
Alleen voor vogels van minder dan 250 g.
- 12.
Alleen indien andere methoden niet mogelijk zijn.
- 13.
Vereist speciale apparatuur.
- 14.
Alleen voor varkens.
- 15.
Alleen te gebruiken door ervaren schutter in veldomstandigheden.
- 16.
Alleen te gebruiken door ervaren schutter in veldomstandigheden wanneer andere methoden niet mogelijk zijn.
- 17.
Alleen voor zebravissen (Danio rerio) ≥ 16 dagen na bevruchting en met een maximale lichaamslengte van 5 cm. De temperatuur van de hypothermische schok moet ≤ 4 °C zijn en het temperatuurverschil met de huisvestingstemperatuur moet ≥ 20 °C zijn. De vissen mogen niet rechtstreeks in contact komen met ijs. De minimale blootstellingstijd bedraagt 5 minuten.
Voetnoten
PB L 303 van 18.11.2009, blz. 1.