Einde inhoudsopgave
Europees Sociaal Handvest (herzien)
Artikel 18 Recht op het uitoefenen van een op winst gerichte bezigheid op het grondgebied van andere Partijen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1999
- Bronpublicatie:
03-05-1996, Trb. 2004, 13 (uitgifte: 28-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-05-1996, Trb. 2004, 13 (uitgifte: 28-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationale sociale zekerheid / Mensenrechten
Teneinde de doeltreffende uitoefening van het recht op het uitoefenen van een op winst gerichte bezigheid op het grondgebied van elke andere Partij te waarborgen, verbinden de Partijen zich:
- 1.
de bestaande regelingen zo ruim mogelijk toe te passen;
- 2.
de bestaande formaliteiten te vereenvoudigen en de kanselarijrechten en andere kosten die buitenlandse werknemers of hun werkgevers moeten betalen, te verminderen of af te schaffen;
- 3.
de regelingen met betrekking tot de tewerkstelling van buitenlandse werknemers individueel of gemeenschappelijk te versoepelen;
en erkennen:
- 4.
het recht van hun onderdanen om het land te verlaten teneinde op het grondgebied van de andere Partijen een op winst gerichte bezigheid uit te oefenen.