Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai
Artikel 8 Actieplannen
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 26-06-2019.
- Bronpublicatie:
05-06-2019, PbEU 2019, L 170 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1010)
- Inwerkingtreding
26-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, PbEU 2019, L 170 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1010)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten uiterlijk 18 juli 2008 actieplannen bestemd voor de beheersing, op hun grondgebied, van lawaai-uitstoot en lawaai-effecten, waar nodig met inbegrip van lawaaivermindering, hebben uitgewerkt voor:
- a)
plaatsen nabij belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren, belangrijke spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren en belangrijke luchthavens;
- b)
agglomeraties met meer dan 250 000 inwoners. Deze plannen hebben tot doel stille gebieden in agglomeraties tegen een toename van geluidshinder te beschermen.
De bevoegde autoriteiten bepalen zelf welke maatregelen deze plannen bevatten, maar die maatregelen moeten in het bijzonder gericht zijn op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of andere door de lidstaten gekozen criteria, en zij moeten in de eerste plaats van toepassing zijn op de belangrijkste zones zoals die zijn vastgesteld door middel van de strategische geluidsbelastingkaarten.
2.
De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten uiterlijk 18 juli 2013 actieplannen hebben opgesteld, in het bijzonder gericht op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of andere door de lidstaten gekozen criteria voor de op hun grondgebied gelegen agglomeraties, belangrijke wegen en belangrijke spoorwegen.
3.
De lidstaten doen de Commissie mededeling van de in de leden 1 en 2 bedoelde andere relevante criteria.
4.
De actieplannen voldoen aan de minimumeisen van bijlage V.
5.
De actieplannen worden in geval van een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de bestaande geluidshindersituatie en daarnaast ten minste om de vijf jaar na de datum van goedkeuring van die plannen getoetst, en zo nodig herzien.
De toetsing en herzieningen, die ingevolge de eerste alinea in 2023 moeten plaatsvinden, worden uitgesteld naar uiterlijk 18 juli 2024.
6.
Aan elkaar grenzende lidstaten werken samen voor het opstellen van de actieplannen voor grensregio's.
7.
De lidstaten dragen er zorg voor dat het publiek wordt geraadpleegd over voorstellen voor actieplannen, dat het vroegtijdig reële mogelijkheden krijgt voor inspraak in de opstelling en toetsing van de actieplannen, dat de resultaten van die inspraak in aanmerking worden genomen en dat het publiek over de genomen besluiten wordt geïnformeerd. Er worden redelijke termijnen gegeven waarbinnen voor elke inspraakronde voldoende tijd is.
Indien de verplichting om een inspraakprocedure te volgen zowel uit deze richtlijn als uit andere Gemeenschapswetgeving voortvloeit, kunnen de lidstaten in gecombineerde procedures voorzien om dubbel werk te voorkomen.