Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Artikel 28d
Geldend
Geldend van 28-03-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
13-03-2024, Stcrt. 2024, 10069 (uitgifte: 27-03-2024, regelingnummer: WJZ/ 45839614)
- Inwerkingtreding
28-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, Stcrt. 2024, 10069 (uitgifte: 27-03-2024, regelingnummer: WJZ/ 45839614)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Bodem
1.
De totale hoeveelheid stikstof die een landbouwer gelet op artikel 8, aanhef en onderdeel b, van de Meststoffenwet ten hoogste op de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond kan gebruiken, wordt met ingang van het kalenderjaar 2024 verminderd met de in het tweede lid bedoelde hoeveelheid stikstof, indien hij op zand- of lössgrond in het voorafgaande kalenderjaar niet uiterlijk op 1 oktober een vanggewas, genoemd in tabel 6 van bijlage A, heeft geteeld.
2.
De vermindering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per hectare landbouwgrond die het betreft:
- a.
5 kilogram stikstof indien in de periode van 2 oktober tot en met 14 oktober van het voorafgaande kalenderjaar met de teelt van het vanggewas is aangevangen;
- b.
10 kilogram stikstof indien in de periode van 15 oktober tot en met 31 oktober van het voorafgaande kalenderjaar met de teelt van het vanggewas is aangevangen;
- c.
20 kilogram stikstof indien op of na 1 november van het voorafgaande kalenderjaar met de teelt van het vanggewas is aangevangen;
- d.
20 kilogram stikstof indien in het voorafgaande kalenderjaar na de hoofdteelt geen vanggewas wordt geteeld.
3.
In afwijking van het tweede lid wordt de totale hoeveelheid stikstof, bedoeld in het eerste lid verminderd met 20 kilogram stikstof per hectare landbouwgrond, indien op zand- of lössgrond het ingezaaide vanggewas, bedoeld in het eerste lid, voor 1 februari volgend op het kalenderjaar waarin met de teelt is aangevangen, wordt vernietigd.
4.
Het eerste lid is niet van toepassing indien:
- a.
- b.
het telen van een vanggewas onmogelijk is vanwege het toepassen van inundatie; of
- c.
de artikelen 4.1193 en 4.1194 van het Besluit activiteiten leefomgeving van toepassing zijn.
5.
De landbouwer meldt het telen van het vanggewas, het telen van het wintergewas en het voor 1 februari vernietigen van het vanggewas uiterlijk de dag na aanvang van de teelt of het vernietigen elektronisch aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
6.
De landbouwer meldt het toepassen van inundatie als bedoeld in het vierde lid, onderdeel c, voor 1 oktober elektronisch aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
7.
Het tweede lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien in 2023 consumptieaardappelen als hoofdteelt zijn geteeld.
8.
Het zevende lid en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2025.