Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 338/97 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantesoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
Artikel 16 Sancties
Geldend
Geldend vanaf 03-03-1997
- Bronpublicatie:
09-12-1996, PbEG 1997, L 61 (uitgifte: 03-03-1997, regelingnummer: 338/97)
- Inwerkingtreding
03-03-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-1996, PbEG 1997, L 61 (uitgifte: 03-03-1997, regelingnummer: 338/97)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
1.
De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om er ten minste voor te zorgen dat sancties worden opgelegd indien op de bepalingen van deze verordening de volgende inbreuken worden gemaakt:
- a)
binnenbrengen in of uitvoeren dan wel wederuitvoeren uit de Gemeenschap van specimens zonder de passende vergunning of het passende certificaat, of met een niet naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel een vergunning of certificaat waarin wijzigingen zijn aangebracht zonder toestemming van de autoriteit die deze heeft afgegeven;
- b)
niet voldoen aan de bepalingen die op een overeenkomstig deze verordening afgegeven vergunning of certificaat zijn vermeld;
- c)
afleggen van een valse verklaring of het bewust verstrekken van verkeerde informatie om zodoende een vergunning of een certificaat te kunnen verkrijgen;
- d)
gebruik van een niet naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel van een vergunning of certificaat waarin zonder toestemming wijzigingen zijn aangebracht, met de bedoeling om een communautaire vergunning of een communautair certificaat te verkrijgen dan wel met het oog op een ander officieel doel dat met deze verordening in verband staat;
- e)
niet of niet naar waarheid kennisgeven van invoer;
- f)
vervoer van levende specimens die niet op zodanige wijze zijn gereedgemaakt dat risico's van verwondingen, ziekte of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt;
- g)
ander gebruik van de specimens van soorten genoemd in bijlage A dan dat waarvoor bij afgifte van de invoervergunning of daarna toestemming werd verleend;
- h)
handel in kunstmatig gekweekte planten in strijd met de overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), vastgestelde bepalingen;
- i)
vervoer van specimens naar of uit de Gemeenschap of doorvoer via de Gemeenschap zonder dat er in overeenstemming met deze verordening of, in het geval van uitvoer of wederuitvoer uit een derde land dat partij is bij de Overeenkomst, in overeenstemming met die Overeenkomst, een passende vergunning of passend certificaat is afgegeven, of een bevredigend bewijs van het bestaan daarvan geleverd is;
- j)
in strijd met artikel 8 aankopen, te koop vragen, verwerven voor commerciële doeleinden, gebruiken voor commerciële doeleinden, ten toon stellen voor commerciële doeleinden, verkopen, in bezit hebben met het oog op verkoop, ten verkoop aanbieden of vervoeren met het oog op verkoop van specimens;
- k)
gebruiken van een vergunning of certificaat voor een ander specimen dan dat waarvoor zij werd afgegeven;
- l)
vervalsen of wijzigen van een overeenkomstig deze verordening afgegeven vergunning of certificaat;
- m)
verzwijgen van het feit dat een aanvraag voor een vergunning of certificaat overeenkomstig artikel 6, lid 3, werd afgewezen.
2.
De in lid 1 bedoelde maatregelen staan in een passende verhouding tot de aard en de ernst van de inbreuk en bevatten onder meer voorzieningen met betrekking tot de inbeslagname en, in voorkomend geval, verbeurdverklaring van de specimens.
3.
Indien een specimen verbeurd wordt verklaard, wordt het toevertrouwd aan een bevoegde autoriteit van de Lid-Staat die tot verbeurdverklaring is overgegaan, die:
- a)
na overleg met een wetenschappelijke autoriteit van die Lid-Staat, het specimen ergens onderbrengt of het van de hand doet op een manier die zij geschikt en verenigbaar acht met de doelstellingen en bepalingen van de onderhavige verordening; en
- b)
in het geval van een levend specimen dat in de Gemeenschap is binnengebracht, na overleg met het land van uitvoer, dat specimen op kosten van degene die veroordeeld is, naar dat land kan terugsturen.
4.
Indien een levend specimen van een soort genoemd in bijlage B of C op een bepaalde plaats wordt binnengebracht zonder de/het passende geldige vergunning of certificaat, moet het specimen in beslag worden genomen en kan het verbeurd worden verklaard of kunnen, indien de geadresseerde het specimen weigert te accepteren, de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten waarin deze plaats van binnenkomst gelegen is, zo nodig de zending weigeren en van de vervoerder eisen dat hij het specimen naar de plaats van vertrek terugzendt.