Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 338/97 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantesoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
Artikel 6 Afwijzing van aanvragen voor in de artikelen 4, 5 en 10 bedoelde vergunningen en certificaten
Geldend
Geldend vanaf 03-03-1997
- Bronpublicatie:
09-12-1996, PbEG 1997, L 61 (uitgifte: 03-03-1997, regelingnummer: 338/97)
- Inwerkingtreding
03-03-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-1996, PbEG 1997, L 61 (uitgifte: 03-03-1997, regelingnummer: 338/97)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
1.
Wanneer een Lid-Staat een aanvraag voor een vergunning of certificaat afwijst en wanneer het in het licht van de doelstellingen van deze verordening gaat om een significant geval, stelt hij de Commissie daarvan onverwijld in kennis en deelt hij haar de redenen van zijn afwijzing mee.
2.
Met het oog op de eenvormige toepassing van deze verordening deelt de Commissie aan de andere Lid-Staten de informatie mee die zij overeenkomstig lid 1 heeft verkregen.
3.
Wanneer een vergunning of certificaat wordt aangevraagd voor specimens waarvoor eerder een dergelijke aanvraag werd afgewezen, dient de aanvrager de bevoegde instantie waarbij de aanvraag wordt ingediend van deze vroegere afwijzing op de hoogte te brengen.
4
a)
De Lid-Staten erkennen de afwijzing van aanvragen door de bevoegde instanties van de andere Lid-Staten wanneer deze op bepalingen van de onderhavige verordening gebaseerd zijn.
b)
Dit geldt evenwel niet indien de omstandigheden fundamenteel gewijzigd zijn of indien een aanvraag stoelt op nieuwe documenten. Indien een administratieve instantie in dergelijke gevallen een vergunning of certificaat afgeeft, brengt zij de Commissie van deze afgifte en van de redenen daarvoor op de hoogte.