Einde inhoudsopgave
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
§ 25a Vergrijpboete verzoeken artikel 67cc van de AWR
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is gecorrigeerd via een rectificatie (01-07-2016).
- Bronpublicatie:
28-06-2016, Stcrt. 2016, 34921 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: BLKB2016/695M)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Stcrt. 2016, 34921 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: BLKB2016/695M)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
1
Indien in een verzoek om het vaststellen van een voorlopige aanslag of in een verzoek om herziening als bedoeld in artikel 9.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 27 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met opzet onjuiste of onvolledige gegevens of inlichtingen zijn verstrekt, legt de inspecteur een vergrijpboete op.
2
De vergrijpboete bedraagt maximaal 100% van het bedrag aan belasting dat als gevolg van de onjuiste of onvolledige gegevens of inlichtingen ten onrechte is of zou zijn teruggeven of ten onrechte niet is of zou zijn betaald. De eerste volzin van het vijfde lid van § 25 is niet van toepassing.
3
Een vergrijpboete wordt niet opgelegd na de dagtekening van de definitieve aanslag over het belastingjaar waarop het verzoek betrekking heeft.
4
Als sprake is van samenloop tussen het overtreden van de artikelen 67cc en 67d van de AWR, dan kunnen twee afzonderlijke vergrijpboeten worden opgelegd (artikel 5:8 van de Awb). Als en voor zover deze samenloop betrekking heeft op dezelfde gegevens en inlichtingen, dan wordt slechts artikel 67d van de AWR toegepast.
5
Artikel 67n van de AWR is van overeenkomstige toepassing. Een juiste, volledige en tijdige aangifte kan eveneens kwalificeren als een vrijwillige verbetering, mits deze is gedaan voordat de inspecteur met de onjuistheden of onvolledigheden in de verzoeken in de voorlopige aanslagsfeer bekend is of zou worden.