Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar vermogenswinsten
Artikel 13 Vermogenswinsten
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2010
- Bronpublicatie:
26-09-2008, Trb. 2008, 201 (uitgifte: 31-10-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-01-2011, Trb. 2011, 7 (uitgifte: 27-01-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voordelen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat uit de vervreemding van onroerende zaken als bedoeld in artikel 6 van dit Verdrag en die zijn gelegen in de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat heeft, waaronder begrepen voordelen verkregen uit de vervreemding van de vaste inrichting (afzonderlijk of met de gehele onderneming), mogen in die andere Staat worden belast.
3.
Voordelen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat uit de vervreemding van schepen of luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd of van roerende goederen die worden gebruikt bij de exploitatie van deze schepen of luchtvaartuigen zijn slechts belastbaar in die Staat.
4.
Voordelen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat uit de vervreemding van aandelen, niet zijnde aandelen die worden verhandeld aan een erkende effectenbeurs, of andere daarmee vergelijkbare belangen die meer dan 75 percent van hun waarde middellijk of onmiddellijk ontlenen aan onroerende zaken gelegen in de andere Verdragsluitende Staat, niet zijnde onroerende zaken waarin dat lichaam of de houders van die belangen hun bedrijf uitoefenen, mogen in die andere Verdragsluitende Staat worden belast. Deze voordelen zijn echter uitsluitend belastbaar in de eerstgenoemde Staat indien:
- a.
de inwoner vóór de eerste vervreemding minder dan 50 percent van de aandelen of daarmee vergelijkbare belangen bezat;
- b.
de voordelen voortvloeien uit een bedrijfsreorganisatie, -fusie, -splitsing of soortgelijke transactie; of
- c.
de inwoner een pensioenregeling is, mits de voordelen niet voortvloeien uit de, onmiddellijke of middellijke, uitoefening van een bedrijf door die pensioenregeling.
5.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van alle andere goederen dan die bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid van dit artikel, zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan de vervreemder inwoner is.
6.
Niettegenstaande de bepalingen van het vijfde lid van dit artikel, mag een Verdragsluitende Staat, overeenkomstig zijn eigen wetgeving, belasting heffen over voordelen door een natuurlijke persoon die inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat verkregen uit de vervreemding of fictieve vervreemding van aandelen of andere belangen in een lichaam, dat volgens de wetgeving van de eerstbedoelde Verdragsluitende Staat inwoner is van die Staat, alsmede uit de vervreemding of fictieve vervreemding van een gedeelte van de in die aandelen of andere belangen besloten liggende rechten, indien die natuurlijke persoon, al dan niet tezamen met andere met hem verbonden natuurlijke personen volgens de wetgeving van die Staat, onmiddellijk of middellijk ten minste 20 percent bezit van het geplaatste kapitaal van een bepaalde soort aandelen van dat lichaam. Deze bepaling vindt alleen toepassing wanneer de natuurlijke persoon die de voordelen verkrijgt op enig tijdstip van de laatste tien jaar voorafgaande aan het jaar waarin die voordelen worden verkregen inwoner van de eerstbedoelde Staat is geweest en mits op het tijdstip waarop hij inwoner werd van de andere Verdragsluitende Staat werd voldaan aan de eerdergenoemde voorwaarden ten aanzien van het aandelenbezit in eerdergenoemd lichaam.
In de gevallen waarin, ingevolge de wetgeving van de eerstbedoelde Staat, aan de natuurlijke persoon een aanslag is opgelegd ter zake van de vorenbedoelde vervreemding die geacht worden bij diens emigratie uit eerstbedoelde Staat te hebben plaatsgevonden, gelden de bepalingen van dit lid alleen voor zover een deel van deze aanslag nog openstaat.
7.
De bepalingen van het vijfde lid laten het recht van een Verdragsluitende Staat onverlet overeenkomstig zijn wetgeving belasting te heffen ter zake van voordelen uit de vervreemding van goederen van een persoon die inwoner is, en op enig tijdstip gedurende de voorgaande zes belastingjaren is geweest, van die Verdragsluitende Staat of van een persoon die op enig tijdstip tijdens het belastingjaar waarin de goederen worden vervreemd inwoner is van die Verdragsluitende Staat.