Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar vermogenswinsten
Artikel 17 Pensioenen
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2010
- Bronpublicatie:
26-09-2008, Trb. 2008, 201 (uitgifte: 31-10-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-01-2011, Trb. 2011, 7 (uitgifte: 27-01-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Pensioenen en andere soortgelijke beloningen (met inbegrip van pensioenen betaald ingevolge een socialezekerheidsstelsel en lijfrenten) betaald aan een inwoner van een Verdragsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar.
2.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid van dit artikel, mogen betalingen waarop dat lid van toepassing is ook worden belast in de Verdragsluitende Staat van waaruit zij afkomstig zijn in overeenstemming met de wetgeving van die Staat, indien:
- a.
het recht tot vordering van de betalingen in die Staat is vrijgesteld van belasting, of bijdragen die verband houden met de betalingen in aanmerking zijn genomen voor fiscale faciliëring in die Staat; en
- b.
de betalingen niet worden belast in de Verdragsluitende Staat waarvan de ontvanger inwoner is of in een derde staat tegen het algemeen van toepassing zijnde belastingtarief voor inkomsten verkregen uit dienstbetrekking, of minder dan 90 percent van het brutobedrag van de betalingen wordt belast.
De voorgaande bepalingen van dit lid zijn uitsluitend van toepassing indien de totale brutobetalingen die, ingevolge de voorgaande bepalingen, belastbaar zouden zijn in de Verdragsluitende Staat waaruit zij afkomstig zijn, in het desbetreffende belastingjaar een bedrag van 25.000 euro overschrijden.
3.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid van dit artikel, indien een afkoopsom wordt betaald vóór de datum waarop het pensioen ingaat, mag deze worden belast in de Verdragsluitende Staat waaruit deze afkomstig is. Indien de afkoopsom echter wordt betaald op of rond het tijdstip van aanvang van een periodiek pensioen, is deze slechts in die Staat belastbaar.
4.
Voor de toepassing van het tweede lid van dit artikel worden betalingen geacht afkomstig te zijn uit een Verdragsluitende Staat voor zover het recht tot vordering van de betalingen in die Staat is vrijgesteld van belasting of de bijdragen die daarmee verband houden in aanmerking zijn genomen voor fiscale faciliëring in die Staat. De overdracht van een pensioen van een pensioenregeling in een Verdragsluitende Staat aan een pensioenregeling in een andere staat beperkt de ingevolge dit artikel aan eerstbedoelde Staat toegekende heffingsrechten niet.
5.
De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten kunnen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid van dit artikel regelen.
6.
Bijdragen die door of namens een natuurlijke persoon die in een Verdragsluitende Staat (‘het gastland’) een dienstbetrekking uitoefent of als zelfstandige werkzaam is, worden betaald aan een in de andere Verdragsluitende Staat (‘het thuisland’) voor de belastingheffing erkende pensioenregeling, worden
- a.
voor het vaststellen van de door de natuurlijke persoon in het gastland verschuldigde belasting; en
- b.
voor het vaststellen van de winst van zijn werkgever die in het gastland mag worden belast;
in die Staat op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden en beperkingen behandeld als bijdragen die zijn betaald aan een pensioenregeling die in het gastland voor de belastingheffing erkend is, voor zover zij niet zo worden behandeld door het thuisland.
7.
Het zesde lid is slechts van toepassing indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a.
de natuurlijke persoon was onmiddellijk voorafgaand aan het uitoefenen van de dienstbetrekking of zijn werkzaamheden als zelfstandige in het gastland geen inwoner van het gastland en nam deel in de pensioenregeling (of een andere soortgelijke pensioenregeling ter vervanging van de eerstgenoemde pensioenregeling); en
- b.
de pensioenregeling wordt door de bevoegde autoriteit van het gastland aanvaard als zijnde over het algemeen gelijkwaardig aan een door die Staat voor de belastingheffing als zodanig erkende pensioenregeling.
8.
Voor de toepassing van het zesde en zevende lid:
- a.
betekent de uitdrukking ‘pensioenregeling’ een regeling waaraan de natuurlijke persoon deelneemt teneinde pensioenuitkeringen, met inbegrip van weduwen- en wezenpensioenen, veilig te stellen die hem verschuldigd zijn ter zake van de dienstbetrekking of werkzaamheden als zelfstandige als bedoeld in het zesde lid;
- b.
wordt een pensioenregeling voor de belastingheffing in een Verdragsluitende Staat erkend, indien de bijdragen aan de regeling in die Staat in aanmerking komen voor een fiscale faciliëring en indien bedragen door de werkgever van de natuurlijke persoon betaald aan de regeling in die Staat niet worden beschouwd als belastbare inkomsten van de natuurlijke persoon.