Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1223/2009 betreffende cosmetische producten
Artikel 25 Niet-naleving door de verantwoordelijke persoon
Geldend
Geldend vanaf 11-01-2010
- Bronpublicatie:
30-11-2009, PbEU 2009, L 342 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 1223/2009)
- Inwerkingtreding
11-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2009, PbEU 2009, L 342 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 1223/2009)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
Onverminderd lid 4 verlangen de bevoegde instanties van de verantwoordelijke persoon dat hij alle passende maatregelen neemt, met inbegrip van corrigerende maatregelen waardoor het cosmetisch product aan de eisen voldoet, het uit de handel nemen of het binnen een uitdrukkelijk vermelde redelijke termijn terugroepen van het product, overeenkomstig de aard van het risico, wanneer aan een van de volgende punten niet wordt voldaan:
- a)
de in artikel 8 bedoelde goede productiepraktijken;
- b)
de in artikel 10 bedoelde beoordeling van de veiligheid;
- c)
de eisen die in artikel 11 aan het productinformatiedossier worden gesteld;
- d)
de eisen die in artikel 12 aan bemonstering en analyse worden gesteld;
- e)
de eisen die in artikel 13 en artikel 16 aan de kennisgeving worden gesteld;
- f)
de in de artikelen 14, 15 en 17 bedoelde beperkingen voor bepaalde stoffen;
- g)
de eisen die in artikel 18 aan dierproeven worden gesteld;
- h)
de eisen die in artikel 19, leden 1, 2, 5 en 6 aan de etikettering worden gesteld;
- i)
de eisen die in artikel 20 aan beweringen inzake producten worden gesteld;
- j)
de in artikel 21 bedoelde toegang tot gegevens voor het publiek;
- k)
de in artikel 23 bedoelde mededeling van ernstige ongewenste bijwerkingen;
- l)
de eisen die in artikel 24 aan informatie over stoffen worden gesteld.
2.
In voorkomend geval stelt de bevoegde instantie de bevoegde instantie van de lidstaat van vestiging van de verantwoordelijke persoon in kennis van de maatregelen die hij van de verantwoordelijke persoon heeft geëist.
3.
De verantwoordelijke persoon zorgt ervoor dat de in lid 1 bedoelde maatregelen worden toegepast op alle desbetreffende producten die in de Gemeenschap op de markt worden aangeboden.
4.
In geval van ernstige risico's voor de volksgezondheid, wanneer de bevoegde instantie van mening is dat de niet-naleving niet beperkt blijft tot het grondgebied van de lidstaat waar het cosmetisch product op de markt wordt aangeboden, stelt zij de Commissie en de bevoegde instanties van de andere lidstaten in kennis van de maatregelen die zij van de verantwoordelijke persoon heeft verlangd.
5.
In de volgende gevallen neemt de bevoegde instantie alle passende maatregelen om het op de markt aanbieden van het cosmetische product te verbieden of te beperken of het product uit de handel te nemen of terug te roepen:
- a)
wanneer in geval van een ernstig risico voor de volksgezondheid onmiddellijke maatregelen noodzakelijk zijn; of
- b)
wanneer de verantwoordelijke persoon niet binnen de in lid 1 gestelde termijn alle passende maatregelen neemt.
In geval van ernstige risico's voor de volksgezondheid stelt deze bevoegde instantie de Commissie en de bevoegde instanties van de andere lidstaten onverwijld in kennis van de genomen maatregelen.
6.
Wanneer er geen sprake is van ernstig risico voor de volksgezondheid, en ingeval de verantwoordelijke persoon niet alle vereiste maatregelen neemt, stelt de bevoegde instantie de bevoegde instantie van de lidstaat van vestiging van de verantwoordelijke persoon onverwijld in kennis van de genomen maatregelen.
7.
Voor de toepassing van de leden 4 en 5 van dit artikel wordt gebruikgemaakt van het informatie-uitwisselingssysteem van artikel 12, lid 1, van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (16).
Artikel 12, leden 2, 3 en 4, van Richtlijn 2001/95/EG en artikel 23 van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (1) zijn eveneens van toepassing.