Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1223/2009 betreffende cosmetische producten
Inleiding bij de bijlagen II tot en met VI
Geldend
Geldend vanaf 11-01-2010
- Bronpublicatie:
30-11-2009, PbEU 2009, L 342 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 1223/2009)
- Inwerkingtreding
11-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2009, PbEU 2009, L 342 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 1223/2009)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1)
Voor de toepassing van de bijlagen II tot en met VI wordt verstaan onder:
- a)
product dat wordt af-, uit- of weggespoeld: een cosmetisch product dat bedoeld is om te worden verwijderd na het aanbrengen op de huid, het haar of de slijmvliezen;
- b)
product dat niet wordt af-, uit- of weggespoeld: een cosmetisch product dat bedoeld is om lang met de huid, het haar of de slijmvliezen in aanraking te blijven;
- c)
haarproduct: een cosmetisch product dat bedoeld is om op het hoofd- of gezichtshaar te worden aangebracht, met uitzondering van de wimpers;
- d)
huidproduct: een cosmetisch product dat bedoeld is om op de huid te worden aangebracht;
- e)
lipproduct: een cosmetisch product dat bedoeld is om op de lippen te worden aangebracht;
- f)
gezichtsproduct: een cosmetisch product dat bedoeld is om op de gezichtshuid te worden aangebracht;
- g)
nagelproduct: een cosmetisch product dat bedoeld is om op de nagels te worden aangebracht;
- h)
mondproduct: een cosmetisch product dat bedoeld is om op de tanden of de mondslijmvliezen te worden aangebracht;
- i)
product dat op de slijmvliezen wordt aangebracht: een cosmetisch product dat bedoeld is om te worden aangebracht op de slijmvliezen:
- —
van de mond,
- —
rond de ogen,
- —
of van de uitwendige geslachtsorganen;
- j)
oogproduct: een cosmetisch product dat bedoeld is om in de buurt van de ogen te worden aangebracht;
- k)
professioneel gebruik: het aanbrengen en gebruik van cosmetische producten door personen tijdens het uitoefenen van hun beroepsactiviteit.
2)
Om identificatie van stoffen te vergemakkelijken worden de volgende descriptoren gebruikt:
- —
de International Non-proprietary Names (INN) for pharmaceutical products, WHO, Genève, augustus 1975;
- —
de CAS-nummers (nummers van de Chemical Abstracts Service);
- —
het EC-nummer dat overeenkomt met de Einecs-nummers (nummers van de European Inventory of Existing Commercial Chemical Substances) dan wel met de Elincs-nummers (nummers van de European List of Notified Chemical Substances) dan wel met het krachtens Verordening (EG) nr. 1907/2006 toegekende registratienummer;
- —
de XAN, i.e. de door een specifiek land (X) goedgekeurde benaming (bijv. USAN voor de door de Verenigde Staten goedgekeurde benaming);
- —
de naam in de in artikel 33 bedoelde woordenlijst van gemeenschappelijke benamingen van ingrediënten.
3)
In de lijsten van stoffen van de bijlagen III tot en met VI zijn nanomaterialen niet inbegrepen, tenzij zij specifiek worden genoemd.