Einde inhoudsopgave
Wet herziening gerechtelijke kaart
Artikel CIX (Overgangsrecht functionarissen gerechtshoven)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 313 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken: 32891)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 314 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
Ten aanzien van degenen voor wie op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I is vastgesteld dat zij het ambt van senior raadsheer, raadsheer, raadsheer-plaatsvervanger, senior-gerechtsauditeur of gerechtsauditeur vervullen bij het gerechtshof te Arnhem of Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Gravenhage, onderscheidenlijk het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, wordt die vaststelling van rechtswege gewijzigd in de vaststelling dat zij datzelfde ambt vervullen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof 's-Hertogenbosch.
2.
Ten aanzien van de raadsheren-plaatsvervangers die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I hun ambt bij het gerechtshof te Arnhem of Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Gravenhage, onderscheidenlijk het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, op basis van een aanwijzing vervullen, wordt de aanwijzing van rechtswege gewijzigd in dezelfde aanwijzing bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof 's-Hertogenbosch.
3.
De benoemingen van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I zijn benoemd als coördinerend vice-president senior van het gerechtshof te Arnhem of Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Gravenhage, onderscheidenlijk het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als coördinerend vice-president senior van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Artikel XIV, tweede lid, onderdeel a, van de Wet organisatie en bestuur gerechten is van overeenkomstige toepassing. Zij worden als zodanig niet beëdigd.
4.
De benoemingen van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I zijn benoemd als deskundig lid van de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk deskundig lid van de kamer van het gerechtshof te 's-Gravenhage, bedoeld in artikel 66, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, onderscheidenlijk deskundig lid van de kamer van het gerechtshof te Arnhem, bedoeld in artikel 67, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, onderscheidenlijk militair lid van de militaire kamer van het gerechtshof te Arnhem, onderscheidenlijk deskundig lid van de pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem, onderscheidenlijk plaatsvervangend deskundig lid van de pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem, onderscheidenlijk deskundig lid van de kamer voor het kwekersrecht van het gerechtshof te 's-Gravenhage, onderscheidenlijk plaatsvervangend deskundig lid van de kamer voor het kwekersrecht van het gerechtshof te 's-Gravenhage, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als deskundig lid van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk deskundig lid van de kamer van het gerechtshof Den Haag, bedoeld in artikel 66, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, onderscheidenlijk deskundig lid van de kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, bedoeld in artikel 67, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, onderscheidenlijk militair lid van de militaire kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk deskundig lid van de pachtkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk plaatsvervangend deskundig lid van de pachtkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk deskundig lid van de kamer voor het kwekersrecht van het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk plaatsvervangend deskundig lid van de kamer voor het kwekersrecht van het gerechtshof Den Haag. Zij worden als zodanig niet beëdigd.
5.
De tewerkstellingen van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I in een functie, anders dan die genoemd in het eerste tot en met vierde of zevende lid en niet zijnde de functie van directeur bedrijfsvoering, op basis van een aanstelling in vaste dienst werkzaam zijn bij het gerechtshof te Arnhem of Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Gravenhage, onderscheidenlijk het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, worden van rechtswege gewijzigd in een tewerkstelling in dezelfde functie bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof 's-Hertogenbosch.
6.
Ten aanzien van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I op basis van een aanstelling in tijdelijke dienst in een functie, anders dan die genoemd in het eerste tot en met vierde of zevende lid en niet zijnde de functie van directeur bedrijfsvoering, werkzaam zijn bij het gerechtshof te Arnhem of Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Gravenhage, onderscheidenlijk het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, wordt de aanstelling van rechtswege gewijzigd in dezelfde aanstelling bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof 's-Hertogenbosch.
7.
De benoemingen van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I zijn benoemd als buitengriffier van het gerechtshof te Arnhem of Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Gravenhage, onderscheidenlijk het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als buitengriffier van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Zij worden als zodanig niet beëdigd.